Zandtulpje - primair
30-OKT-2023 - In het onbarmhartige biotoop van onze buitenste duinen, op de grens van zee en land, leven op het eerste gezicht weinig soorten. Blootgesteld aan felle zon, harde wind en zout zeewater lijken alleen biestarwegras en helm te gedijen. Als je beter kijkt zie je een levensgemeenschap met vogels, kleine ongewervelden en paddenstoelen, waaronder het zandtulpje. Daarom nu de week van het zandtulpje.

Zandtulpjes kunnen zo’n vijf centimeter in doorsnee wordenZandtulpje is een treffende naam voor deze fraaie bruine bekerzwam. Hij ontwikkelt zich in het duinzand en vormt eerst een bolletje met een kleine opening aan de bovenzijde. Bij rijpheid komt de bekerzwam half uit het zand en daarbij splijt de buitenrand van het bolletje in meestal vier tot zes slippen, die iets naar buiten buigen. Het geheel oogt als een in het zand zittende tulp. De tulpjes kunnen zo’n vijf centimeter in doorsnee worden, soms nog wat meer, en zijn breekbaar. Als je een zandtulpje voorzichtig uitgraaft, zie je dat hij ook een steel heeft. De buitenkant van de beker en de steel zijn helemaal bedekt met zandkorrels.

Je zou het zandtulpje kunnen verwarren met het zandputje. Niet alleen de namen lijken op elkaar, ook de paddenstoeltjes zelf. Het zandputje is kleiner, een tot twee centimeter in diameter, en lijkt op jonge stadia van het zandtulpje. Het zandputje heeft een bleekgrijze binnenzijde, in tegenstelling tot de bruine binnenzijde van het zandtulpje. Hij blijft grotendeels in de grond, splijt niet of nauwelijks en is niet gesteeld. Het zandputje leeft in symbiose met bomen en is in de witte duinen vooral bij kruipwilg te vinden.

Het zandputje heeft een bleekgrijze binnenzijde, in tegenstelling tot de bruine binnenzijde van het zandtulpjeZandtulpjes leven op de wortels van helm en andere grassen in het duinzand. In hun biotoop met de extreme omstandigheden groeien ze op nog enigszins beschutte plekken, meestal aan de lijzijde op een flauwe helling, maar ze hebben wel open blijvend duinzand nodig. Soms vind je ze ook in de met mos begroeide duinen op enige afstand van de zeereep, daar waar weer stuivend zand is ontstaan. Vaak zie je meerdere zandtulpjes verspreid en als je geluk hebt, zie je er tientallen of zelfs honderden. Maar als het flink waait, kunnen ze ook zo maar weer onder het zand verdwijnen.

De beste tijd om in het stuivende duin op zoek te gaan naar paddenstoelen is vanaf eind oktober, tot de vorst invalt. Op de verspreidingskaart kun je zien dat zandtulpje langs de hele kustlijn voorkomt, van Zeeland tot aan Rottumeroog. In 2021 is het zandtulpje ook gevonden in de Markerwadden, vijf jaar nadat het eerste deel ingericht is. Buiten de kust vind je het zandtulpje vrijwel nergens.

Verspreidingskaartje met uurhokken waarin het zandtulpje waargenomen is, voor 2015 en vanaf 2015

Paddenstoelen van de zeereep worden gemonitord in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring. Het zandtulpje is een van de typische soorten van het stuivende duin, de zogenaamde witte duinen. Door dit project, dat in 2014 van start is gegaan, weten we nu dat dit een veel rijker paddenstoelenbiotoop is dan we van tevoren hadden gedacht, zie bijvoorbeeld dit bericht over de geelbruine helmharpoenzwam. Tientallen kleine en enkele grotere soorten paddenstoelen vinden in deze dynamische wereld hun habitat. En zolang het zand blijft stuiven, lijkt er voor deze soorten een toekomst weggelegd.

Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van … Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid.

Tekst: Inge Somhorst, Nederlandse Mycologische Vereniging en SoortenNL
Foto’s: Alfons Vaessen, kaartje: NDFF