groot dikkopje - primair

Dagvlinders herkennen is niet moeilijk

De Vlinderstichting
26-JAN-2023 - Veel mensen houden van vlinders, vinden ze mooi en gaan graag op pad om ze te zien te krijgen. Voor een goede bescherming is het ook belangrijk dat we weten welke soorten waar voorkomen. Daarom vragen we mensen om de vlinders die ze zien door te geven. Vaak krijgen we als antwoord: “Ja, maar ik kan ze niet uit elkaar houden”. Daarom kunt u bij De Vlinderstichting herkenningskaarten downloaden.

Het scheefbloemwitje heeft zich sterk uitgebreid en is nu volwaardig opgenomen in de herkenningskaart van de witjesAls we alleen naar dagvlinders kijken is de herkenning daarvan in Nederland niet zo’n heel groot probleem. Op de meeste plekken zul je namelijk maar twintig tot dertig vlindersoorten tegenkomen. Een aantal daarvan zijn gemakkelijk: veel mensen herkennen de dagpauwoog en de citroenvlinder bijvoorbeeld wel. Maar er zijn ook families waarvan er een aantal soorten voorkomen die wel wat op elkaar lijken en dan komt de onzekerheid. De blauwtjes vormen zo’n groep. Zeker als mensen een boekje met Europese dagvlinders in handen krijgen en 25 tot 30 pagina’s met allemaal blauwtjes zien, zakt de moed hen soms in de schoenen. Maar in ons land komen veel minder soorten blauwtjes voor en de locatie en tijd van waarneming zijn ook een goede hulp bij de determinatie. Een blauwtje in april in je tuin is zeker een boomblauwtje en sommige soorten kom je alleen op de heide tegen. Tenslotte is het is bij de herkenning vooral belangrijk dat je weet waar je op moet letten. Vlinders hebben vele honderden kenmerken, zoals vorm, kleur, grootte en stippenpatroon. Je kunt niet alles in je opnemen en dat hoeft ook niet want vaak is een soort met een of twee kenmerken prima op naam te brengen.

De herkenningskaarten van de dagvlinderfamilies

Ook de blauwtjes zijn best uit elkaar te houden als je weet waarop je moet lettenDaarom zijn er herkenningskaarten gemaakt die juist aangeven waar je op moet letten als je op pad gaat om vlinders te zoeken, op naam te brengen en tellen. Deze herkenningskaarten waren er al van de blauwtjes, de zandoogjes en de witjes, maar nu zijn er drie nieuwe: de parelmoervlinders, de vuurvlinders & kleine pages en de dikkopjes. De herkenningskaart van de witjes is aangepast, want toen deze een paar jaar geleden werd gemaakt kwam het scheefbloemwitje nog maar heel weinig voor. Inmiddels is deze sterk toegenomen en vliegt hij in alle provincies. Op de nieuwe kaart is dus meer aandacht voor het scheefbloemwitje. Het is nu nog winter, maar als u de herkenningskaarten alvast downloadt en u zich er de komende weken al wat in verdiept, zult u zien dat het herkennen van dagvlinders best meevalt. We hopen dat terug te zien in het aantal doorgegeven vlinderwaarnemingen via Waarneming.nl en Telmee.

Meer informatie

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting