Prachtige waaiermot op verlicht keukenraam

De Vlinderstichting
16-APR-2012 - Ondanks koudere nachten is er nog heel wat te ontdekken op verlichte vensters of bij abri’s en andere plaatsen met verlichting. Nachtvlinders zijn al volop aanwezig. Er zijn al vele tientallen soorten die we momenteel te zien kunnen krijgen.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Ondanks koudere nachten is er nog heel wat te ontdekken op verlichte vensters of bij abri’s en andere plaatsen met verlichting. Nachtvlinders zijn al volop aanwezig. Er zijn al vele tientallen soorten die we momenteel te zien kunnen krijgen.

Parende waaiermotten op het keukenraam (foto: Kars Veling)Dat nachtvlinders op licht afkomen is wel bekend. De reden ervoor is wat minder duidelijk, want nachtvlinders houden helemaal niet van licht. Overdag zoeken ze een schuilplaats waar ze niet opvallen en zijn de meeste in diepe rust. Waarschijnlijk worden ze verward door het kunstlicht en kunnen ze zich niet meer goed oriënteren. Er zijn nachtvlinders in allerlei soorten, kleuren en maten. Op het verlichte keukenraam zat wel een heel bijzonder geval, namelijk de waaiermot, ook wel kamperfoeliebloesemmot genoemd. De wetenschappelijke naam is Alucita hexadactyla. Het is een zogenaamde micro-nachtvlinder. De grote groep nachtvlinders is verdeeld in de wat grotere en de kleine vlinders. Deze indeling is al oud en op praktische gronden gemaakt, maar niet wetenschappelijk onderbouwd. Voor de micro-nachtvlinders is er een speciale website, waar we onder andere kunnen zien dat de waaiermot een zeer algemeen vlindertje is. De soort is gebonden aan kamperfoelie en de rupsjes eten vooral van de knoppen en bloemen.

Ook de zwartkamdwergspanner is maar een klein vlindertje (foto: Marian Schut)Dat die indeling in grote en kleine vlinders nogal dubieus is, zien we ook aan een andere soort die nu wordt aangetroffen op verlichte ramen, de zwartkamdwergspanner (Gymnoscelis rufifasciata). Dit is een heel klein vlindertje, met een voorvleugel van nog geen centimeter, maar hij behoort wel tot de macro-nachtvlinders. Ook dit is een heel gewone soort die verspreid over het hele land voorkomt in stadsparken, tuinen, struwelen, wegbermen, heiden en bossen. De rupsen leven op diverse kruidachtige planten, struiken en bomen, waaronder struikhei, bosrank, koninginnenkruid, dophei en lijsterbes. Deze dwergspanner is te zien van februari tot in november, in drie, soms zelfs vier generaties. De vlinders zijn overdag gemakkelijk te verstoren en vliegen soms bij zonnig weer, maar zijn vooral in de schemering actief. Ze bezoeken bloemen en komen dus ook op licht af. De soort wordt ook vaak binnenshuis aangetroffen (bron: vlindernet).

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto's: Kars Veling; Marian Schut