Een drietal juveniele amsterdamse ringslangetjes, de kenmerkende gele ring is al duidelijk zichtbaar.
Foto voor thumbnail

Ringslangeieren opgraven populair

Stichting RAVON
1-NOV-2012 - Afgelopen week zijn onder grote belangstelling van vrijwilligers, professionals en de pers de broeihopen in Amsterdam-Noord onderzocht op de aanwezigheid van eidoppen van de ringslang. Met deze jaarlijks terugkerende activiteit wordt op veel plaatsen het reptielenseizoen afgesloten. Die trekken zich rond deze tijd terug in hun overwinteringsverblijf, waaruit zij pas komend voorjaar weer tevoorschijn komen.

Bericht uitgegeven door Stichting RAVON [land] op [publicatiedatum]

Afgelopen week zijn onder grote belangstelling van vrijwilligers, professionals en de pers de broeihopen in Amsterdam-Noord onderzocht op de aanwezigheid van eidoppen van de ringslang. Met deze jaarlijks terugkerende activiteit wordt op veel plaatsen het reptielenseizoen afgesloten. Die trekken zich rond deze tijd terug in hun overwinteringsverblijf, waaruit zij pas komend voorjaar weer tevoorschijn komen.

Eenvoudige maatregel, groot effect
Het aanleggen van een broeihoop is een eenvoudige maar zeer effectieve beschermingsmaatregel voor de ringslang. Zo’n broeihoop wordt door de ringslang gebruikt om haar eieren in af te zetten, al naar gelang de grootte van de moeder worden er halverwege juni maximaal veertig eieren per ringslangmoeder afgezet. De hoge temperatuur in de broeihoop (idealiter dertig graden Celsius) zorgt ervoor dat halverwege augustus de juveniele ringslangetjes uit hun ei kruipen. De jonkies zijn bij geboorte tussen de 15 en 20 centimeter lang en zijn door hun opvallende gele ring al goed als zodanig herkenbaar.

Onder grote belangstelling wordt een broeihoop in Amsterdam onderzocht (foto: Ingo Janssen)

Door de aanleg van broeihopen in leefgebieden van de ringslang krijgt deze kwetsbare soort een optimale kraamkamer voorgeschoteld. Het uitkomstpercentage in een broeihoop is vrijwel altijd groter dan negentig procent waardoor ieder jaar vele jonkies de populaties versterken. Dat is ook hard nodig want ringslangen leven in tegenstelling tot onze andere reptielen niet alleen in natuurgebieden. De soort komt voor rondom grote steden als Amsterdam, Utrecht en Gouda en daar staan zij bloot aan vele gevaren die in natuurgebieden onbekend zijn; zo vallen ringslangen regelmatig ten prooi aan het verkeer, maaimachines, honden en katten, en mensen die menen dat de ringslang levensgevaarlijk is!

Een drietal juveniele Amsterdamse ringslangetjes, de kenmerkende gele ring is al duidelijk zichtbaar (foto: Ingo Janssen)

De handen uit de mouwen
Op steeds meer plekken in het leefgebied van de ringslang richten vrijwilligers ieder jaar weer broeihopen op. Gewapend met hooivork en kruiwagen worden de verschillende ingrediënten (onder andere takken, bladeren, snoeiafval, maaisel en mest) gemengd en verwerkt tot een broeihoop. In het daarop volgende najaar of voorjaar worden deze broeihopen dan gecontroleerd op de aanwezigheid van eidoppen waarbij vaak vele honderden eidoppen worden gevonden.

Wil jij de ringslang ook helpen? Je kunt hier vinden hoe je een broeihoop maakt of je aansluiten bij een reeds bestaande ringslangwerkgroep.

Tekst en foto’s: Ingo Janssen, RAVON