De zadellibel bij Budel.

Zadellibel terug in Budel

EIS Kenniscentrum Insecten
30-AUG-2012 - Op donderdag 16 augustus ontdekte een medewerker van ecologisch adviesbureau Ecologica in Budel (Noord-Brabant) de voor Nederland zeer zeldzame zadellibel. Opmerkelijk genoeg werd een paar dagen later, op 21 augustus, enkele tientallen kilometers verderop nóg een zadellibel gezien. Voor 1995 werd de zadellibel in Nederland nooit eerder gezien en vanaf 1995 pas zes keer. Dat deze soort nu twee maal waargenomen werd, is dus zeer opmerkelijk.

Bericht uitgegeven door Ecologica & EIS-Nederland op [publicatiedatum]

Op donderdag 16 augustus ontdekte een medewerker van ecologisch adviesbureau Ecologica in Budel (Noord-Brabant) de voor Nederland zeer zeldzame zadellibel. Opmerkelijk genoeg werd een paar dagen later, op 21 augustus, enkele tientallen kilometers verderop nóg een zadellibel gezien. Voor 1995 werd de zadellibel in Nederland nooit eerder gezien en vanaf 1995 pas zes keer. Dat deze soort nu twee maal waargenomen werd, is dus zeer opmerkelijk.

De zadellibel bij Budel (foto: Tim Faasen, Ecologica)

De medewerker van Ecologica zag bij een ondiepe plas in Budel een libel met een blauwe vlek op de basis van het achterlijf: een zuidelijke keizerlibel. Deze werd helaas direct weggejaagd door grote keizerlibellen. Aangezien de zuidelijke keizerlibel toch behoorlijk zeldzaam is en gewoon mooi om te zien, besloot de medewerker om te wachten of hij nog terugkwam. Enige tijd later kwam er inderdaad weer met hoge snelheid een libel langs met een blauwe vlek op het achterlijf, maar voor deze libel moest de Ecologica medewerker zich toch even in de ogen wrijven: dit keer was het geen zuidelijke keizerlibel, maar een zadellibel! Een paar dagen later, op 21 augustus, werd in Boukoul (Limburg), zo'n 35 kilometer oostelijker, nog een zadellibel gezien.

Dwaalgast
Zadellibellen komen vooral voor in droge delen van Afrika en zuidwest-Azië. In Europa plant de soort zich vermoedelijk jaarlijks voort langs de Middellandse Zee, maar is daar zeker niet algemeen. Ook in andere delen van Europa duiken wel eens zwervende zadellibellen op, in wisselende aantallen. Een goed jaar was 1995 toen de soort in niet minder dan 14 landen werd gemeld, waaronder zelfs IJsland, waar verder helemaal geen libellen voorkomen.
Ook in Nederland werd de soort dat jaar voor het eerst aangetroffen… jawel, net als dit jaar in Budel! Sinds 1995 zijn er nog een stuk of zes exemplaren verspreid over het land aangetroffen, maar er zijn nog altijd duidelijk meer jaren zonder dan met een waarneming. Ook 2012 leek een stil jaar te worden qua zadellibellen, maar nu zijn er dus toch twee meldingen!
Zadellibellen in (sub)tropische gebieden planten zich het jaar rond voort en kunnen dus ook het hele jaar naar onze streken toe zwerven. In de praktijk wordt de soort vooral in het zomerhalfjaar gezien, met name in juni en juli. De waarneming in Budel is de eerste zekere (goed gedocumenteerde) augustuswaarneming in Nederland.

Situatie in Budel
Zadellibellen worden vooral aangetroffen bij ondiepe, snel opwarmende, vaak periodiek droogvallende, visloze poelen, vennen of (duin)plassen. Het betreffen wateren die zich om uiteenlopende redenen relatief lang in een stadium met slechts een spaarzame vegetatie bevinden. Nieuw ontstane wateren schijnen gemeden te worden, dus een echte pionier is de zadellibel in die zin eigenlijk niet.
De vindplaats in Budel is omheind en afgesloten voor bezoekers. Het betreft geheel volgens het boekje een zeer ondiep, visloos ven met een spaarzame vegetatie van pijpenstrootje en pitrus en karakteristieke begeleidende soorten zoals zuidelijke keizerlibel, tengere grasjuffer en zwervende heidelibel. De libel had dus geen geschiktere plek uit kunnen zoeken in ons kikkerlandje. Toch ligt het niet voor de hand dat dit het begin zou zijn van een populatie: deze tropische soort is waarschijnlijk onvoldoende toegerust om onze winters te overleven. En daarbij: het betrof een mannetje… en die zijn toch structureel ongeschikt om eitjes af te zetten; het begin van iedere populatie.

Tekst en foto: Tim Faasen, Ecologica