Patrijzen

Patrijs keert terug in Imstenraderbos

28-AUG-2012 - Het gaat beter met de patrijs in Benzenrade. De vogelsoort die in de jaren zeventig van de vorige eeuw verdween, is weer een paar keer gezien rond het Heerlense gehucht. Met dank aan een speciaal project. Zeven jaar na de start van ‘Patrijs in de verdrukking’ hebben meerdere mensen het eerste koppel gezien!

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Het gaat beter met de patrijs in Benzenrade. De vogelsoort die in de jaren zeventig van de vorige eeuw verdween, is weer een paar keer gezien rond het Heerlense gehucht. Met dank aan een speciaal project. Zeven jaar na de start van ‘Patrijs in de verdrukking’ hebben meerdere mensen het eerste koppel gezien!

Bedreigde vogelsoort
De bedreigde vogelsoort kan volgens Leo Steinbusch van Natuurbeheereenheid Heerlen-Voerendaal ‘binnen vier of vijf jaar terug zijn’. Hij is zeven jaar geleden met de gemeente Heerlen, Natuurmonumenten en de bewoners van Imstenrade en Benzenrade het speciale project begonnen.

Patrijzen (foto: Koos Dansen)

Mensen en vos vormden een probleem
In de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw kwam de patrijs hier veelvuldig voor. Door het niet bejagen van de vos en de uitbreiding van wijken, is de vogel verdwenen.

Stadsautoweg vormt barriere
Aan de andere kant van de stadsautoweg N281 zitten nog wel patrijzen, maar ook die worden steeds verder in het nauw gedreven door de uitbreiding van de wijk Hoogveld. ,,De stadsautoweg is een moeilijke barrière. Met de aanleg van een strook rogge aan de overkant van de weg tegen het groen aan, helpen we ze de oversteek te maken.” Plaatselijke boeren maaien delen van hun land niet en dankzij de gemeente en Natuurmonumenten zijn de eerder genoemde stroken rogge aangelegd.

Eerste positieve resultaat in 2012
Het project lijkt vruchten af te werpen: een boer in Imstenrade signaleerde eind juli een patrijzenkoppel. Na die melding heeft ook Steinbusch een koppel gezien, zeer waarschijnlijk hetzelfde. ,,In de winter hebben inwoners van Benzenrade een koppel gezien. Een hoopvolle ontwikkeling. Jammer wel dat het koppel geen kuikens heeft, die zijn waarschijnlijk dood gegaan in het natte voorjaar. Als we deze lijn vasthouden, is de soort binnen vier, vijf jaar helemaal terug.”

Bron: Natuurmonumenten
Foto: Koos Dansen