atalanta klein

Atalantawinter?

De Vlinderstichting
20-DEC-2008 - De atalanta is een goede bekende in onze tuinen. Het is een van de makkelijkst te herkennen dagvlinders. Tot voor kort was het een echte trekker, maar inmiddels voelt hij zich hier ook in de winter steeds beter thuis.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op zaterdag 20 december 2008

De atalanta is een goede bekende in onze tuinen. Het is een van de makkelijkst te herkennen dagvlinders. Tot voor kort was het een echte trekker, maar inmiddels voelt hij zich hier ook in de winter steeds beter thuis.

In de winter verblijven vrijwel alle atalanta’s ver in het zuiden. In het Middellandse Zeegebied gaat de voortplanting ’s winters gewoon door, vooral in de lagere gebieden: van een paar koude dagen heeft de vlinder niet zo veel last, zolang het maar niet lang hard blijft vriezen. Verder naar het noorden dunt de winterpopulatie uit. Bij ons is het de meeste winters óf te koud - met sneeuw en ijs - of maandenlang tussen de 3 en 7 graden Celcius (wie kent ze niet, onze kwakkelwinters). Dat is te veel voor de atalanta. Toch zien we een verandering optreden in de aantallen. Tot de winter 1990/91 is er geen jaar met meer dan tien atalantameldingen van december tot en met februari. In de jaren negentig zijn er vier jaren met meer dan 10 (maar minder dan twintig) waarnemingen. Met uitzondering van de winter 2004/2005 hebben daarna alle jaren meer dan tien meldingen. Grote uitschieter is natuurlijk de zeer zachte winter 2006/2007, met meer dan 300 vlinders. De vorige winter 2007/2008 staat op een mooie tweede plaats. Het is de vraag hoeveel er deze winter zullen worden gezien. Tot dusver zijn er met dat vrij koude weer nauwelijks meldingen.

Als het voorjaar lekker op gang komt, wordt het in de lage delen van de Middellandse zee landen al snel te heet en te droog. Vanaf april zien we daar twee bewegingen: een deel van de atalanta’s trekt de bergen in en gaat daar de zomer door met voortplanten, en een deel trekt naar het noorden. Die komen dan ergens in mei of juni bij ons aan. Hier planten ze zich nog een aantal keren voort. In september begint de terugtocht. Op vogeltrekposten worden soms ook atalanta’s geteld. Het blijkt dat ze vooral in zuidwestelijke richting vliegen: terug naar Spanje dus. Maar niet alle atalanta’s gaan terug: een deel blijft hier en sterft voor het grootste deel. Tenzij het een echt zachte winter is natuurlijk, dan redden ze het en zien we op een zonnige januaridag ineens een atalanta op de muur zitten.

De figuur laat de index van de atalanta op de vlinderroutes van het Landelijk Meetnet Vlinders (Centraal Bureau van de Statistiek / De Vlinderstichting) zien. De soort blijkt significant toe te nemen. We weten niet of dit het gevolg is van de overwinterende vlinders bij ons, doordat er meer uit het zuiden komen of dat ze zich beter voortplanten dan vroeger. Maar er komen er wel steeds meer.

Tekst: Chris van Swaay, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling