Schrale berm

Goed bermbeheer levert veel paddenstoelen op

Nederlandse Mycologische Vereniging
27-JUN-2012 - Veel soorten paddenstoelen, zoals verschillende soorten stekelzwammen en een aantal boleten, komen in Nederland vrijwel uitsluitend in bermen voor. Goed bermbeheer is dan ook essentieel voor hun voortbestaan.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Veel soorten paddenstoelen, zoals verschillende soorten stekelzwammen en een aantal boleten, komen in Nederland vrijwel uitsluitend in bermen voor. Goed bermbeheer is dan ook essentieel voor hun voortbestaan.

Schrale wegberm (foto: Menno Boomsluiter)Op veel plaatsen worden momenteel de bermen gemaaid en het maaisel afgevoerd, de beste combinatie voor het behouden van de natuurwaarden in bermen langs onze wegen.
Bij maaien en afvoeren van het maaisel neemt de hoeveelheid humus af en verschraalt de berm. Dit leidt tot een hogere biodiversiteit. Doordat de gewasproductie door de afname van voedingsstoffen geleidelijk afneemt worden op termijn de afvoerkosten ook minder. Dit proces van verschraling verloopt op zandgrond vrij snel.

Door het instuiven van meststoffen van aanliggende landbouwgebieden en de stikstofdepositie uit de atmosfeer groeit de vegetatie in bermen tegenwoordig veel harder en is ook de soortensamenstelling veranderd. Dit is niet alleen slecht voor de zeldzame planten en insecten die hier voorkomen, maar ook voor paddenstoelen die in een dichte vegetatie moeilijk gedijen. Vooral het zogenaamde klepelen van de vegetatie heeft een desastreuze invloed op de aanwezigheid van zeldzame soorten die samenleven met bomen en vooral in lanen te vinden zijn.

Verruigde wegberm (foto: Menno Boomsluiter)Bij klepelen wordt de bermvegetatie in tegenstelling tot maaien niet afgesneden maar afgeslagen en gekneusd. Het geklepelde materiaal blijft liggen en wordt niet afgevoerd. Nadeel van klepelen is dat door het achterblijven van dit materiaal de berm verrijkt wordt door ophoping van organische stof in de toplaag. Deze ophoping heeft ernstige gevolgen. De toplaag verdicht, verzuurt en vervilt hierdoor.
In bermen die geklepeld zijn, groeien veel grove grassen en ruigtekruiden en de biodiversiteit is laag. Ze zijn arm aan bijzondere soorten paddenstoelen. Dit in tegenstelling tot lanen met een schaarse bermvegetatie waar in de herfst vaak wel bijzondere en zeldzame soorten te zien zijn.

Bij het maken van een bermbeleidsplan wordt door gemeenten vaak de overweging gemaakt om bij zandige bermen te kiezen voor maaien en afvoeren en bermen op kleigrond uitsluitend te klepelen. Dit Avondroodstekelzwam (foto: Menno Boomsluiter)omdat onderzoek aan planten heeft aangetoond dat hier wat betreft planten weinig winst aan natuurwaarden te behalen valt.
Hier ligt een gemiste kans omdat een aantal bijzondere soorten paddenstoelen aan lanen op kleigrond zijn gebonden. Het zou beter zijn bij zoveel mogelijk schrale bermen het maaisel af te voeren omdat hier de hoeveelheid biomassa nog laag is en daardoor de winst voor de hier voorkomende, vaak zeldzame soorten, paddenstoelen hoog is.

Vaak kunnen lokale leden van de Nederlandse Mycologische Vereniging precies aangeven waar zeldzame soorten paddenstoelen in bermen voorkomen.

Tekst en foto's: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging