Schaatsen voor houtpantserjuffers

De Vlinderstichting
30-JAN-2012 - In de winter is er op insectengebied niet zoveel te beleven, zeker niet als het vriest. Toch levert vorst, ijs en schaatsen een prima mogelijkheid om het voorkomen van de houtpantserjuffer in kaart te brengen. De eisporen zijn vanaf het ijs prima te vinden.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

In de winter is er op insectengebied niet zoveel te beleven, zeker niet als het vriest. Toch levert vorst, ijs en schaatsen een prima mogelijkheid om het voorkomen van de houtpantserjuffer in kaart te brengen. De eisporen zijn vanaf het ijs prima te vinden.

Eisporen van houtpantserjuffer, hier op els (foto: Kars Veling)Nu het toch nog gaat vriezen deze winter kunnen allerlei plaatsen waar je normaal niet komt per schaats worden bereikt. Dat is een prima gelegenheid om te kijken of de houtpantserjuffer er voorkomt en of je de eisporen op de takken kunt vinden. Deze juffer boort in augustus en september namelijk gaatjes in de bast van bomen en struiken en legt vlak onder die bast haar eitjes. De sporen daarvan zijn ook in de winter goed zichtbaar (zie foto rechts). Het gaat soms om honderden eitjes bij elkaar. Het is geen zeldzame soort en overal waar bomen en struiken langs de waterkant staan kun je de eitjes, of eigenlijk meer de eisporen, vinden. Het watertype lijkt nauwelijks van belang te zijn: de eitjes zitten zowel bij sloten, poelen en plassen, als langs de grote rivieren.
 

Vanaf de schaats is het goed houtpantserjuffer inventariseren (foto: Kars Veling) De eitjes blijven de hele winter in rust, maar in het voorjaar, begin april, kruipen de larfjes uit en laten zich vallen. Ze hopen dan in, of in ieder geval vlakbij, het water terecht te komen. De larfjes kunnen zich met allerlei springende bewegingen wel wat verplaatsen, maar een meter of twee is voor zo’n klein diertje van een paar millimeter natuurlijk al veel te ver. Eenmaal in het water kunnen ze zich verder ontwikkelen. Nu, in de winter, zijn de eitjes nog aanwezig in de boom en de eisporen blijven zelfs zichtbaar als de larven er al uit zijn gekropen. Je kunt nu dus ook nog de sporen van één of enkele jaren eerder vinden. Neem dus, als je gaat schaatsen, een gps mee en noteer de plekken waar je de eitjes vindt en geef deze door via telmee of waarneming.nl. Je weet namelijk nooit wanneer je weer opnieuw op de schaats zult staan.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting