Hazelmuizen in nesten?

12-DEC-2011 - De Hazelmuis heeft een verborgen, nachtelijke levenswijze onder het bladerdek en is daardoor nauwelijks bekend bij het brede publiek. Sinds 2003 spant de Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt zich in om de nevelen rond deze zeldzame, Europees beschermde soort uit te klaren. Uit hun monitoring blijkt dat 2011 een heel goed hazelmuisjaar was, maar is de soort daarmee gered?

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

De Hazelmuis heeft een verborgen, nachtelijke levenswijze en is daardoor nauwelijks bekend bij het brede publiek. Sinds 2003 spant de Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt zich in om de nevelen rond deze zeldzame, Europees beschermde soort uit te klaren. Uit hun monitoring blijkt dat 2011 een heel goed hazelmuisjaar was, maar is de soort daarmee gered?

Hazelmuizen staan onder sterke druk van hun omgeving (foto: Goedele Verbeylen)Hazelmuizen (Muscardinus avellanarius) behoren net als de Eikelmuis en de Relmuis tot de familie van de slaapmuizen. Slaapmuizen danken hun naam aan het feit dat ze een groot deel van het winterhalfjaar slapend doorbrengen. Met een lengte van 6-9 cm is de Hazelmuis de kleinste vertegenwoordiger van deze familie. Haar dicht behaarde staart, die slaapmuizen typeert, haar oranjekleurige pels en grote zwarte ogen maken haar tot een bijzondere verschijning. Met haar grijppootjes is ze goed aangepast aan het leven in bomen en struiken. De grote verscheidenheid aan voedselplanten die ze nodig heeft tijdens haar actieve seizoen (april tot november), vindt de Hazelmuis in gevarieerde soortenrijke bossen met een rijk ontwikkelde struik- en kruidlaag en mantelzoomvegetatie.

Hazelmuizen zijn zeer kwetsbaar, want in tegenstelling tot de meeste andere knaagdieren planten ze zich traag voort en kunnen bijgevolg minder snel reageren op veranderingen in hun omgeving. Het verdwijnen en de versnippering van hun leefgebied vormt dan ook een groot probleem, zeker omdat hazelmuizen zich bijna uitsluitend via de vegetatie verplaatsen.

Tot 10 jaar geleden kwam de Hazelmuis nog voor in Oost-Brabant en Zuid-Limburg, en langer geleden ook in West- en Oost-Vlaanderen. Uit recent onderzoek van de Zoogdierenwerkgroep (2003-2007) bleek echter dat de verspreiding van de Hazelmuis in Vlaanderen intussen is ingekrompen tot het oostelijke deel van de gemeente Voeren. In Voeren sluit de hazelmuispopulatie nog wel aan de bij Nederlandse (ook zeer kleine) populatie, die op zich dan weer aansluit bij de Waals-Duitse hazelmuisbossen ten zuidwesten van Aken. De Vlaams-Nederlandse hazelmuispopulatie wordt slechts op een paar honderd exemplaren geschat.

Hazelmuis in nest (foto: Dominique Verbelen)In 2007 ging de Zoogdierenwerkgroep daarom in Voeren van start met een gestandaardiseerde hazelmuismonitoring, waarbij in het najaar gezocht wordt naar hazelmuisnesten in de randvegetatie langs vaste transecten. De resultaten van deze monitoring laten toe op basis van het aantal aangetroffen nesten, een index te berekenen die aangeeft hoe het met de soort gesteld is. Deze index is evenwel onderhevig aan jaarlijkse natuurlijke schommelingen die het gevolg zijn van enerzijds wijzigingen in de geschiktheid van de randvegetatie, en anderzijds de mate van overleving en voortplanting van de hazelmuispopulatie. De Zoogdierenwerkgroep stelde vast dat 2011 een topjaar was voor onze hazelmuispopulatie: er werden 297 hazelmuisnesten gevonden. Dit lag in de lijn van de verwachtingen gezien de zeer goede vruchtzetting van allerlei struiken en bomen, met veel bessen en noten en dus ook een goede voortplanting met veel jonge Hazelmuizen tot gevolg.

Index voor de evolutie van de hazelmuispopulatie in Voeren. Gegevens uit 2005 en 2006 dateren van voor de start van de gestandaardiseerde monitoring in 2007 en zijn mogelijk een onderschatting.

Een goed hazelmuisjaar betekent echter niet dat de populatie het op lange termijn zal redden. De resterende hazelmuispopulatie staat onder grote druk van haar omgeving. Bovendien kan een jaar met een beperkt voedselaanbod al dan niet in combinatie met slecht weer leiden tot een slecht voortplantingsjaar, wat voor de zeer kleine restpopulatie fataal kan zijn.
Daarom wordt er in Voeren door allerlei organisaties (waaronder ANB, INBO, Infrabel, Natuurpunt, Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren) gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de leefgebieden en het onderling beter verbinden van deze gebieden. Dat deze maatregelen effect hebben, zien we nu al: tijdens de monitoring van 2011 werden er voor het eerst hazelmuisnesten gevonden langs een bosrand waar ANB enkele jaren geleden een aantal grote beuken kapte om een betere struweelontwikkeling te krijgen. Er wordt dus met man en macht gewerkt om deze aaibare soort in Voeren uit de nesten te helpen!

Meer lezen:
Website zoogdierenwerkgroep: Hazelmuisproject en Beheermaatregelen

Tekst: Goedele Verbeylen, Natuurpunt Studie
Foto's: Goedele Verbeylen en Dominique Verbelen