Bedrijventerreinen voor vlinders

De Vlinderstichting
27-OKT-2011 - In een recent artikel in Landscape and Urban Planning wordt aangegeven dat industrieterreinen en bedrijvenparken een rol kunnen spelen bij de bescherming van vier kwetsbare dag vlindersoorten. Bermen, overhoeken en groene daken vormen een uitbreiding van bestaand leefgebied.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

In een recent artikel in Landscape and Urban Planning wordt aangegeven dat industrieterreinen en bedrijvenparken een rol kunnen spelen bij de bescherming van vier kwetsbare dagvlindersoorten. Bermen, overhoeken en groene daken vormen een uitbreiding van bestaand leefgebied.

Op veel bedrijventerreinen is de ruimte en de potentie aanwezig voor schraal bloemrijk grasland (foto: Kars Veling)De auteurs, Robbert Snep, Michiel Wallis de Vries en Paul Opdam, onderzochten de mogelijkheden die er zijn voor bedreigde en kwetsbare vlindersoorten van schralere, kruidenrijke plekken. Ze keken waar deze soorten aanwezig zijn en waar bedrijven- en industrieterreinen grenzen aan die leefgebieden. Vervolgens werd gekeken of dat stedelijk gebied kan dienen als uitbreiding van het bestaande leefgebied van die soorten. Voor vier van de Rode Lijstsoorten bleek dit het geval. Deze soorten, bruin blauwtje, heivlinder, kleine parelmoervlinder en groot dikkopje, krijgen betere overlevingskansen bij een goede inrichting en een juist beheer van de bedrijventerreinen doordat er een goede metapopulatie kan worden opgebouwd. Met een metapopulatie wordt bedoeld dat er een aantal kleinere leefgebieden zijn die onderling vlinders uitwisselen. Hierdoor is er sprake van risicospreiding en is de kans dat een soort verdwijnt kleiner. Dit geldt trouwens ook voor een heel aantal (nog) niet bedreigde graslandvlinders zoals icarusblauwtje, kleine vuurvlinder en hooibeestje.

Een Rode Lijstsoort als het bruin blauwtje kan bedrijventerreinen als aanvullend leefgebied gebruiken (foto: Kars Veling)Grote industrieterreinen, zoals de Maasvlakte bijvoorbeeld, zijn al van belang voor dagvlinders. Leidingstroken, waar geen hogere beplanting op mag voorkomen, kunnen zeer bloemrijk worden en ook de bermen op dit met zand opgespoten terrein zijn vaak kruidenrijk. Dat betekent dat er voldoende leefgebied is voor vlindersoorten van schralere graslanden en dat er voldoende uitwisseling kan plaatsvinden. De bermen en leidingstroken vormen een uitstekend netwerk. Ook op andere bedrijventerreinen zijn mogelijkheden. Naast bermen en andere grazige plaatsen kunnen ook ‘groene daken’ een rol gaan vervullen. Als er bij de keuze van de beplanting op die daken rekening wordt gehouden met de eisen die vlinders stellen kunnen ze deze gaan gebruiken om voedsel te vinden, maar ook om zich voort te planten. Hiermee kan het oppervlakte geschikt leefgebied aanzienlijk worden uitgebreid.

Voor meer informatie over het artikel klik hier.

Tekst en foto's: Kars Veling, De Vlinderstichting