Larus melanocephalus, Zwartkopmeeuw, vliegend. Foto: Saxifraga-Luc Hoogenstein.
http://www.freenatureimages.eu

Zwartkopmeeuwen in de lift

Sovon Vogelonderzoek Nederland
5-APR-2011 - Sommige soorten nemen toe, andere nemen af. Een van de grootste ‘stijgers’ van de laatste jaren is de zwartkopmeeuw. Samen met de kleine en grote mantelmeeuw is de zwartkopmeeuw de enige meeuwensoort die echt in de lift zit. Recent verscheen het broedvogelrapport van SOVON met de aantallen bijgewerkt tot en met 2009. Hieronder enkele getallen van één van de grootste stijgers, de zwartkopmeeuw, die uit het broedvogelverslag naar voren komen.

Bericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland op [publicatiedatum]

Sommige soorten nemen toe, andere nemen af. Een van de grootste ‘stijgers’ van de laatste jaren is de zwartkopmeeuw. Samen met de kleine en grote mantelmeeuw is de zwartkopmeeuw de enige meeuwensoort die echt in de lift zit. Recent verscheen het broedvogelrapport van SOVON met de aantallen bijgewerkt tot en met 2009. Hieronder enkele getallen van één van de grootste stijgers, de zwartkopmeeuw, die uit het broedvogelverslag naar voren komen.

Wederom was 2009 een succesvol jaar voor de zwartkopmeeuw. De Nederlandse populatie groeide met ruim zeventig procent naar 2100 à 2200 broedparen. In de periode 2004 tot en met 2008 bedroeg die groei jaarlijks gemiddeld 8,7 procent. Dat er in 2009 zo’n sterke groei plaatsvond, is met name te danken aan de kolonie op de Hooge Platen in Zeeland waar maar liefst achthonderd(!) paren werden geteld. In 2008 zaten hier nog ‘slechts’ 175 paren. Alleen al op deze plek een spectaculaire toename dus.

Zwartkopmeeuw (foto: Saxifraga-Luc Hoogenstein)

Uit kleurringonderzoek is in het verleden duidelijk geworden dat er uitwisseling plaatsvindt tussen de broedvogels van de Nederlandse Delta en het Antwerpse Havengebied, dat 98 procent van de Belgische populatie huisvest. Hier laat de populatie een nog wisselender beeld zien dan bij ons: van 1115 broedparen in 2008 terug naar maximaal 323 in 2009. Gezamenlijk was de Nederlandse Delta met 1785 broedparen goed voor bijna 85 procent van de Nederlandse populatie. Langs de IJsselmeeroevers en de Randmeren werden in totaal 277 paren geteld. De grootste kolonie daar, op de Kinseldam, telde 220 broedparen. De aantallen zijn hier heel snel opgelopen, met sinds de vestiging in 2004 respectievelijk één, zes, 16, 140, 160 en 220 paren. Omgerekend naar provincies herbergen Zeeland (47 procent), Zuid-Holland (35 procent) en Noord-Holland (12 procent) het overgrote deel van de Nederlandse zwartkopmeeuwen. Drenthe was in 2009 de enige provincie zonder broedparen.

Op de SOVON-site is het volledige broedvogelverslag van 2009 te downloaden als pdf.

Tekst: Harvey van Diek, SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: Saxifraga-Luc Hoogenstein

Bron: Boele A. et al, Broedvogels in Nederland in 2009, SOVON-monitoringrapport 2011/01, SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen