Reuze meerval Haringvliet heeft het niet gered

Stichting RAVON
26-JAN-2011 - De reuze meerval van bijna twee meter lang die op donderdag 30 december rond 13.00 uur aan de zeezijde van het Haringvliet bij de Kwade Hoek werd aangetroffen, is helaas overleden. Op 17 januari werd het gehavende overschot niet ver van de oorspronkelijke vindplaats aangetroffen. Deze trieste waarneming van dit waarschijnlijk tientallen jaren oude monumentale dier, onderstreept het belang van een ander spuibeheer bij de Haringvlietsluizen. Met het voorgenomen besluit van de nieuwe Nederlandse regering om deze sluizen niet op een kier te zetten, lijkt er voorlopig nog geen einde te komen aan het zinloos sterven van mogelijk miljoenen zoetwatervissen aan de zeezijde van de Haringvlietsluizen.

Bericht uitgegeven door Stichting RAVON op [publicatiedatum]

De reuze meerval van bijna twee meter lang die op donderdag 30 december rond 13.00 uur aan de zeezijde van het Haringvliet bij de Kwade Hoek werd aangetroffen, is helaas overleden. Op 17 januari werd het gehavende overschot niet ver van de oorspronkelijke vindplaats aangetroffen. Deze trieste waarneming van dit waarschijnlijk tientallen jaren oude monumentale dier, onderstreept het belang van een ander spuibeheer bij de Haringvlietsluizen. Met het voorgenomen besluit van de nieuwe Nederlandse regering om deze sluizen niet op een kier te zetten, lijkt er voorlopig nog geen einde te komen aan het zinloos sterven van mogelijk miljoenen zoetwatervissen aan de zeezijde van de Haringvlietsluizen.

Zoals in het Natuurbericht van 5 januari werd beschreven, worden meervallen (en andere zoetwatervissen) normaal gesproken niet aangetroffen in zee omdat het water hier te zout is. Doordat het beheer in sluizen zoals de Haringvlietdam, maar ook de Afsluitdijk, gericht is op het spuien van zoetwater tijdens eb, komen jaarlijkse waarschijnlijk miljoenen zoetwatervissen in zee terecht. In natuurlijke situaties is er sprake van een geleidelijke overgang van zoet naar zout water doordat zeewater en rivierwater zich mengen in de zogenaamde estuariene zone. Zoetwatervissen komen hierbij niet verder dan de licht brakke zone; mariene vissen houden zich op in de brakkere zone. Voor trekvissen als de zalm en paling is de estuariene overgangszone van belang om zich aan te passen aan de verandering van het zoutgehalte tijdens hun trek vanuit zee naar het zoete water en vice versa.

Dode Meerval gevonden op 17 januari 2011 op de Kwade Hoek nabij de Haringvlietsluizen (foto: Jaap van de Hiele)

Bij het spuien van zoetwater naar zee is er voor vissen géén indicatie dat het zoutgehalte toeneemt. Zoetwatervissen, zoals de aangetroffen meerval, kunnen hierdoor verrast worden en in zee belanden. Met name bij grote sluiscomplexen (de Haringvlietsluizen voeren zo’n dertig procent van het rivierwater uit Nederland af) kunnen hierbij grote hoeveelheden zoetwatervissen in zee terecht komen. De nieuwe Nederlandse regering heeft het voorgenomen besluit om de sluizen op een kier te zetten (het zogenaamde “kierbesluit”) teruggedraaid, dit tot protest van diverse natuurorganisaties en andere Rijn- en Maasoeverstaten.

De dode meerval is door de EHBZ - zuidwest van het strand gehaald en meegenomen voor nader onderzoek. De meerval zal in de loop van de week worden opgehaald door medewerkers van Naturalis te Leiden.

Tekst: Jan Kranenbarg, RAVON
Foto: Jaap van der Hiele