roodporiehoutzwam

Paddenstoelen met antivries

Nederlandse Mycologische Vereniging
19-DEC-2009 - Wie denkt dat het helemaal afgelopen is met de paddenstoelen na de vorst van de afgelopen dagen, kan bedrogen uitkomen. Sommige soorten zijn in staat hun eigen antivries aan te maken en zo een barre tijd te overleven.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op zaterdag 19 december 2009

Wie denkt dat het helemaal afgelopen is met de paddestoelen na de vorst van de afgelopen dagen, kan bedrogen uitkomen. Sommige soorten zijn in staat hun eigen antivries aan te maken en zo een barre tijd te overleven.

Voor de meeste paddenstoelen is het met temperaturen zoals die van de afgelopen nachten - temperaturen die tot zeven graden onder nul uitkwamen - wel afgelopen. Veel paddenstoelen bestaan immers voor meer dan 90 procent uit water en eenmaal bevroren geweest blijft er na het ontdooien alleen maar een hoopje viezigheid over. Ook het mycelium - de schimmeldraden die zich onder de bladeren en in de grond bevinden - is niet erg vorstbestendig en raakt door de vorst dusdanig beschadigd dat het lang duurt voordat het weer nieuwe paddenstoelen kan produceren.


Roodporiehoutzwam

Toch zijn sommige paddenstoelen verrassend goed bestand tegen de vorst. Veel houtzwammen gaan gewoon door met de afgifte van sporen na een vorstperiode en er zijn zelfs paddenstoelensoorten die midden in de winter verschijnen. Het blijkt dat sommige paddenstoelen in staat zijn een soort antivries aan te maken om zo barre tijden te kunnen overleven. Ook sommige andere organismen zijn in staat lichaamseigen antivries te produceren.

Vorig jaar zijn dergelijke - door de paddenstoel zelf aangemaakte stoffen - aangetoond bij een aantal soorten paddenstoelen, onder andere bij de eetbare paddenstoel Shiitake. Mogelijk zijn deze stoffen ook aanwezig in duivelseieren, de vruchtlichamen waar Stinkzwammen uit komen. Het volgende verhaal getuigt hiervan.

 

In 1995 probeerde Hans Adema, auteur van onder andere ” Vliegenzwammen op het Rapenburg”, duivelseieren van de Roze stinkzwam te drogen voor een collectie. Hij gebruikte een vriesdroger, waarbij de duivelseieren een maand lang bij een temperatuur van ongeveer -50° C en onder vacuum werden gedroogd. Toen hij ze een maand later gereedmaakte voor de collectie, merkte hij dat ze in het geheel niet droog waren. Nadat de duivelseieren bevochtigd waren, zwollen ze op en barsten open alsof het een vers duivelsei betrof. Helaas bleek een maand onder deze barre omstandigheden de duivelseieren wel iets teveel en gebeurde er verder niets.

 

Het is echter niet onwaarschijnlijk dat duivelseieren een paar koude nachten zonder veel problemen kunnen overleven. Let dus eens op welke soorten na deze koude periode opduiken. Wellicht betreft het ook soorten met antivries in hun cellen.


Roze stinkzwam

Tekst en foto's: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging