No Description Provided

Luisteren naar bruinvissen

27-NOV-2009 - Vier stoere mannen met veiligheidshelmen, reddingsvesten, oortjes en vervaarlijk uitziende laarzen staan op het rollende dek te wachten. Ze werken nauw samen met een kraandrijver om een boei uit het water te takelen. Meter na meter ketting komt boven. Na enige minuten wordt er een betonblok zichtbaar. Aan het blok bungelt een kleine cilinder. En daar was het allemaal om begonnen. Het is een CPOD, een datalogger om de aanwezigheid van bruinvissen vast te kunnen stellen.

Bericht uitgegeven door IMARES Wageningen UR op vrijdag 27 november 2009

Vier stoere mannen met veiligheidshelmen, reddingsvesten, oortjes en vervaarlijk uitziende laarzen staan op het rollende dek te wachten. Ze werken nauw samen met een kraandrijver om een boei uit het water te takelen. Meter na meter ketting komt boven. Na enige minuten wordt er een betonblok zichtbaar. Aan het blok bungelt een kleine cilinder. En daar was het allemaal om begonnen. Het is een CPOD, een datalogger om de aanwezigheid van bruinvissen vast te kunnen stellen.

Bruinvissen detecteren
Het vaststellen van de aanwezigheid van bruinvissen, Nederlands kleinste en meest algemeen voorkomende walvisachtige, is niet altijd eenvoudig. Een bruinvis zwemt een groot deel van de tijd immers onder water. Alleen om adem te halen komt het dier even boven water. Een kleine rugvin en een deel van de rug zijn dan even zichtbaar voor het dier weer onder water verdwijnt. Om bruinvissen te kunnen zien is een kalm wateroppervlak dan ook een vereiste. Hoe ruwer het wateroppervlak, hoe moeilijker het is om een glimp op te vangen van een opduikende bruinvis. Het verzamelen van zichtwaarnemingen om een beeld te krijgen van het voorkomen van bruinvissen kost dan ook veel tijd. Gelukkig is er een andere aanvullende mogelijkheid om de aanwezigheid van bruinvissen vast te stellen: de zogenaamde akoestische detectie.

Akoestische detectie
Kort door de bocht gesteld is akoestische detectie ‘luisteren naar bruinvisgeluiden’. Net als vleermuizen oriënteren bruinvissen zich door echolocatie: ze tasten hun omgeving als het ware af met ‘geluidssignalen’.

 
  De bemanning van De Terschelling takelt een CPOD op.
Deze zogenaamde clicks kunnen geregistreerd en opgeslagen worden met behulp van akoestische dataloggers. Het onderzoeksinstituut IMARES maakt gebruik van CPODs, ofwel Continuous Porpoise Detectors, om de aanwezigheid van bruinvissen in een aantal gebieden vast te stellen en te monitoren. Het voordeel van deze methode is, dat waarnemingen in principe 24 uur per dag, 7 dagen per week verzameld worden. In de praktijk is de geheugencapaciteit en de levensduur van de batterijen de beperkende factor, zodat een CPOD regelmatig met behulp van een (duur) schip boven water gehaald moet worden om uitgelezen te worden. Een ander nadeel is de beperkte detectiegrens van enkele honderden meters. Ondanks deze nadelen leveren CPODs data op die niet op andere manieren zijn te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld over (veranderingen in) habitatgebruik van bruinvissen.

Internationale afstemming
Nederland is niet het enige land waar CPODs of vergelijkbare apparatuur worden ingezet. In de landen om ons heen worden deze apparaatjes onder meer gebruikt bij studies naar de effecten van windmolenparken op zeezoogdieren. Eind oktober was er in het Duitse Stralsund een symposium om richtlijnen vast te stellen voor standaardisatie van de onderzoeksopzet en analyse van de verzamelde gegevens. De richtlijnen naar aanleiding van dit AMPOD-symposium “Application and analysis methods for the deployment of T-PODs in environmental impact studies for wind farms: Comparability and development of standard methods” worden binnenkort uitgegeven.

Meer informatie over het onderzoek naar bruinvissen is te vinden op www.kennisonline.wur.nl.

Tekst: Steve Geelhoed, Tamara van Polanen Petel, Meike Scheidat, IMARES Wageningen UR
Foto’s: Steve Geelhoed, IMARES Wageningen UR.