Elzensingellandschap nabij Kollum
Foto: Gertie Papenburg

Zwarte els gevoelig voor blikseminslag

FLORON
29-JUL-2009 - Van alle inheemse bomen is zwarte els de meest algemene in Nederland. Slechts van een paar kleine gebiedjes op de Veluwe en in de Noordoostpolder zijn geen waarnemingen van deze soort bekend. Zwarte els is de belangrijkste boom in het elzenbroekbos, een natuurlijk moerasbostype. Maar waar zwarte els vooral veel voorkomt, is langs sloten. De wortels van de zwarte els zijn aangepast aan een waterrijke ondergrond. Hierdoor lopen ze een vergroot risico op blikseminslag.

Bericht uitgegeven door stichting FLORON op woensdag 29 juli 2009

Van alle inheemse bomen is zwarte els de meest algemene in Nederland. Slechts van een paar kleine gebiedjes op de Veluwe en in de Noordoostpolder zijn geen waarnemingen van deze soort bekend. Zwarte els is de belangrijkste boom in het elzenbroekbos, een natuurlijk moerasbostype. Maar waar zwarte els vooral veel voorkomt, is langs sloten. De wortels van de zwarte els zijn aangepast aan een waterrijke ondergrond. Hierdoor lopen ze een vergroot risico op blikseminslag.

 
  Elzensingellandschap nabij Kollum,
zomer 2008.

Zwarte els (Alnus glutinosa) is een typische pioniersoort. Door hun bijzondere wortelstructuur kunnen zwarte elzen groeien op voor andere boomsoorten moeilijke grondslag. Ze zijn vooral bestand tegen zuurstofarm stagnerend water. De zwarte els maakt namelijk ‘zinkers’, verticaal tot in het grondwater afdalende wortels van sponzige structuur. Tot wel 90% van de wortelmassa kan uit zulke zinkers bestaan! Dit leidt ertoe dat de zwarte els bijzonder ‘geaard’ is en daardoor relatief vaak door de bliksem getroffen wordt. In Nederland worden jaarlijks een kleine honderd koeien door de bliksem gedood. Niet zelden zijn dat dieren die onder elzen staan te schuilen.

 
  Koe in singellandschap nabij Twijzel,
juli 2009. De voorste singel is ruim
twee jaar geleden afgezet;
de achterste een jaar of tien geleden.

Elzenzaad is voorzien van luchtkanaaltjes, waardoor het goed blijft drijven. Zo spoelt het makkelijk aan in de natte oeverzone van wateren, waar het ontkiemt en rijen boompjes vormt. Als deze zich helemaal ontwikkelen, ontstaan de zogenaamde elzensingels. Sloten met elzensingels erlangs waren tot ver in de twintigste eeuw een oer-Nederlands beeld. We hadden er meer dan honderdduizend strekkende kilometer van. Door de rationalisering van de landbouw en dientengevolge van ons landschap, is de totale lengte aan elzensingel letterlijk gedecimeerd. Elzensingels hinderen het werken met grote landbouwmachines, en ze verminderen de grasopbrengst door de schaduw die ze werpen. Het grootste restant aaneengesloten elzensingels (coulissenlandschap) is het nationale landschap De Noordelijke Friese Wouden, dat globaal tussen Drachten en Dokkum ligt. Daar staat nog ruim 3000 kilometer elzensingel. Wil een elzensingel goed functioneren, dan moet die eens in de circa twintig jaar ‘afgezet’ worden. De kosten en inspanningen die dat met zich meebrengt, zijn een derde reden waarom elzensingels op grote schaal verdwenen zijn.

Tekst en foto’s: Gertie Papenburg, FLORON