Weidebeekjuffer als een elf boven het water

De Vlinderstichting
25-MEI-2015 - Als je nu gaat wandelen langs beken of ander langzaam stromend water dan heb je een grote kans op een ontmoeting met een weidebeekjuffer. Met hun prachtige vlucht boven het water en de schitterende kleuren weten ze keer op keer te verassen.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Als je nu gaat wandelen langs beken of ander langzaam stromend water dan heb je een grote kans op een ontmoeting met een weidebeekjuffer. Met hun prachtige vlucht boven het water en de schitterende kleuren weten ze keer op keer te verassen.

Het prachtig metaalglanzende mannetje van de weidebeekjuffer met de kenmerkende zwarte vlekken in de vleugel (foto: Kars Veling)Voor juffers zijn weidebeekjuffers best groot. Ze kunnen zo 45 tot 48 millimeter halen, terwijl een lantaarntje bijvoorbeeld niet grote wordt dan zo’n 35 millimeter. Ze hebben brede vleugels, en een dicht netwerk van vleugeladers. De mannetjes hebben een metaalglanzend lichaam, waarvan de kleur varieert met de lichtinval van groenig tot blauw. Opvallend is de grote zwarte vlek in de vleugels (van de knoop tot vlak onder top). De vrouwtjes hebben een groen metaalglanzend lichaam en egale groen tot groenbruinige vleugels.

Weidebeekjuffers zijn vrij algemeen bij stromend water van redelijke kwaliteit. In het westen van Nederland zijn ze wel veel schaarser en vaak betreffen waarnemingen hier zwervende exemplaren. Ze hebben water met redelijk wat zuurstof nodig om zich goed voort te kunnen planten. De hoogste dichtheden vinden we op plaatsen met een afwisselend, natuurlijk verloop van de beek, waardoor snel en langzaam stromende delen aanwezig zijn. Het water moet ten minste voor een deel in de zon liggen.

Een net uitgeslopen vrouwtje weidebeekjuffer bij haar larvenhuidje (foto: Kars Veling)Een ruige, overhangende oevervegetatie is belangrijk als zitplaats voor libellen. In het water moeten voldoende drijvende of in het water hangende planten aanwezig zijn voor de ei-afzet. Weidebeekjuffers vliegen van begin mei tot in september, met de hoogste dichtheden midden juni tot eind juli. Mannetjes bezetten uitkijkplaatsen op oever- en waterplanten. Andere mannetjes worden verjaagd, soms pas na een minutenlang schijngevecht in de lucht, als elfen boven het water. Vrouwtjes worden direct in een baltsvlucht achtervolgd. Eitjes worden onder water in planten afgezet, waarbij het vrouwtje soms geheel onder water verdwijnt. Overnachting gebeurt vaak groepsgewijs, in ruige vegetatie langs de beek. Als je met goed weer langs een beek wandelt kun je deze spectaculaire juffer niet missen. Verwar hem niet met de veel zeldzamere bosbeekjuffer, die helemaal zwarte vleugels heeft.

Tekst: Libellennet & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling