Tijd voor de voorjaarspaddenstoelen is aangebroken

Nederlandse Mycologische Vereniging
15-APR-2015 - De koele maand maart ten spijt komen de voorjaarspaddenstoelen nauwelijks later dan andere jaren tevoorschijn. Na een serie warme dagen met voldoende neerslag schieten ze als de spreekwoordelijke paddenstoelen uit de grond. Vooral recreatiegebied Het Geestmerambacht is een bezoekje waard voor diegenen die voorjaarspaddenstoelen willen zien.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

De koele maartmaand ten spijt komen de voorjaarspaddenstoelen nauwelijks later dan andere jaren tevoorschijn. Na een serie warme dagen met voldoende neerslag schieten ze als de spreekwoordelijke paddenstoelen uit de grond. Vooral recreatiegebied Het Geestmerambacht is een bezoekje waard voor diegenen die voorjaarspaddenstoelen willen zien.

Afgelopen zondag werd met succes recreatiegebied Het Geestmerambacht afgezocht naar voorjaarspaddenstoelen. Het recreatiegebied ten noorden van Alkmaar heeft een reputatie wat betreft het voorkomen van echte voorjaarspaddenstoelen. De negatieve berichten over het ontbreken van voorjaarspaddenstoelen konden door dit marginale onderzoekje direct naar het rijk der fabelen worden verwezen want er werden weer ouderwets veel paddenstoelensoorten gevonden. Behalve exemplaren van Kapjesmorieljes, Nonnekapkluifzwammen en een groot aantal Grote aderbekerzwammen werden de eerste exemplaren van het Vingerhoedje gevonden.

Jonge exemplaren van de Grote aderbekerzwam (foto: Martijn Oud)

Mogelijke oorzaak paddenstoelenrijkdom recreatiegebied Het Geestmerambacht
Het recreatiegebied bestaat nog niet zo lang. Het recreatiemeer Zomerdel van het recreatiegebied ontstond pas aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw. Er was veel zand nodig voor de nieuwbouwplannen van Alkmaar en omdat het gebied van Langedijk moest worden verkaveld. Het hele gebied in de omgeving van het tegenwoordige recreatiegebied was toen nog een vaarpolder bestaande uit allemaal eilandjes met sloten. Het gebied werd toen het “Rijk der duizend eilanden” genoemd. Toentertijd broeden hier nog Zwarte sterns en opvallend veel Dodaarzen. De landbouwers, of kortweg “bouwer”in de volksmond, teelden op de eilandjes vooral witte kool voor de zuurkoolfabrieken in de omgeving.

Om bij het zand te komen moest eerst de bovenste kleilaag worden verwijderd die het zand bedekte. Deze kleigrond werd gebruikt om onder andere het gebied om het recreatiemeer op te hogen en vorm te geven. Een deel van de schelpenrijke kleigrond komt van onder de vervuilde toplaag vandaan. Dit zou de reden kunnen zijn voor het voorkomen van zoveel kwetsbare paddenstoelensoorten die het gebied rijk is. Zoiets is ook van toepassing voor de paddenstoelenrijke nieuwe Flevopolders en ook voor de Wieringermeer (Robbenoordbos).

Vingerhoedjes
Er is in Nederland waarschijnlijk geen gebied waar zoveel Vingerhoedjes (Verpa conica), die als bedreigd op de Rode Lijst staan, voorkomen als in het recreatiegebied Het Geestmerambacht. Volgens de boeken is het Vingerhoedje te vinden op voedselrijke, humeuze grond onder loofbomen of struiken met een duidelijke voorkeur voor Meidoorn. De voorkeur voor Meidoorn staat als een paal boven water, maar ze worden ook geregeld op humusloze plaatsen op pure klei opgemerkt.

Volledig ontwikkelde Vingerhoedjes (foto: Martijn Oud)

Vaak ontbreekt het geboomte waar ze geacht worden onder te staan. Er zijn uit het verleden meer vondsten bekend van de omgeving van Alkmaar waar je geen Vingerhoedjes zou verwachten. Zo werden er in mei 2008 Vingerhoedjes tussen duinriet gevonden in de Staatsbossen van Schoorl en in 2010 in de Egmonderhout aan de westrand van Alkmaar vlak naast Zomerklokjes op een vochtige plek tussen gras. Deze vindplaatsen bleken uiteindelijk geen stabiele locaties te zijn voor het Vingerhoedje want ze werden er nooit meer teruggevonden. Dit in tegenstelling tot het recreatiegebied Het Geestmerambacht waar ze al vanaf 2007 elk jaar in wisselend aantal worden gevonden. Hoe het voorkomen in het recreatiegebied voor die tijd is geweest is onbekend omdat er nauwelijks naar paddenstoelen werd gekeken.

Half ontwikkelde Vingerhoedjes (foto: Martijn Oud)

Vingerhoedjes worden vooral aan de westkant van het grote meer van het recreatiegebied gevonden. Er zijn jaren geweest dat hier onder bijna elke Meidoorn wel Vingerhoedjes te vinden waren, vaak gevolgd door een jaar met slechts enkele exemplaren. Afgelopen zondag werden de eerste Vingerhoedjes er weer gevonden. De eerste exemplaren werden vreemd genoeg niet als zodanig herkend. Er was een melding van een eigenaardig bruin op de grond liggend hoedje. Als je niet weet dat eerst de hoedjes tevoorschijn komen waarna de steel zich als een vinger gaat strekken, zie je er geen Vingerhoedje in. Landelijk gezien gaat het Vingerhoedje sterk achteruit, vele voormalige groeiplaatsen werden verlaten zonder aanwijsbare oorzaak. Dit zogenaamde pelgrimgedrag kenmerkt zich door verdwijnen om nooit meer terug te keren. Dit vaak onverklaarbare verschijnsel komt helaas wel meer voor bij paddenstoelen.

Tekst en foto’s: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging