Een sterk uitvergrote foto van een vrouwelijk exemplaar van een Zeenijntje op de huid van een Kleine vlokslak

Bijzondere waarneming: twee parasieten op een zeenaaktslak

Stichting ANEMOON
6-JUL-2014 - Op de Nederlandse zeenaaktslakken worden regelmatig infecties met parasitaire roeipootkreeftjes Copepoda aangetroffen. Bijna altijd wordt bij geïnfecteerde Nederlandse zeenaaktslakken slechts één van drie soorten parasieten aangetroffen. Recent hebben sportduikers een zeldzame zogenaamde dubbelinfectie aangetroffen: twee verschillende soorten Copepoda op een zeenaaktslak. De exemplaren van het Zeenijntje waren opvallend oranje gekleurd. Stichting ANEMOON is van mening dat dit niets te maken heeft met de prestaties van het Nederlandse voetbalteam in Brazilië.

Bericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]

Op de Nederlandse zeenaaktslakken worden regelmatig infecties met parasitaire roeipootkreeftjes Copepoda aangetroffen. Bijna altijd wordt bij geïnfecteerde Nederlandse zeenaaktslakken slechts één van drie soorten parasieten aangetroffen. Recent hebben sportduikers een zeldzame zogenaamde dubbelinfectie aangetroffen: twee verschillende soorten Copepoda op een zeenaaktslak. De exemplaren van het Zeenijntje waren opvallend oranje gekleurd. Stichting ANEMOON is van mening dat dit niets te maken heeft met de prestaties van het Nederlandse voetbalteam in Brazilië.

Alle diersoorten worden continue geïnfecteerd door diverse soorten parasieten. Dat kunnen bijvoorbeeld eencellige parasieten zijn, maar ook grotere parasieten zoals geleedpotigen, luizen en vlooien tot meters lange wormen. Parasieten voeden zich met weefsels of lichaamsvloeistoffen van hun gastheer. Dit kan ten koste van de gezondheid van de gastheer gaan en mogelijk ook ziektes of de dood tot gevolg hebben.

De pijlen geven de dubbele infectie aan van endo- en exoparasieten op een Kleine vlokslak (foto: Peter H van Bragt)

Drie soorten
Van de Nederlandse zeenaaktslakken zijn drie soorten parasitaire roeipootkreeftjes bekend. Roeipootkreeftjes, Copepoda, behoren tot de Geleedpotigen, waartoe ook de insecten, krabben, kreeften, garnalen en vele andere nauw verwante diertjes behoren. Twee van de drie Nederlandse Copepode parasieten van zeenaaktslakken zijn zogenaamde endoparasieten: kleine beestjes die zich inwendig in de zeenaaktslak vestigen en zich daar voeden met de interne organen. Het betreft Splanchnotrophus angulatus en Lomanoticola brevipes. Er zijn nog geen Nederlandse namen voor deze parasieten vastgesteld. Een infectie met één van deze endoparasieten eindigt vaak met de dood van de gastheer.

Een andere Copepode, het Zeenijntje (Doridicola agilis), is een exoparasiet die op de huid zit van de zeenaaktslak, aan de buitenkant. Hij voedt zich met het slijm dat de huid van de zeenaaktslak bedekt. Een beperkte infectie met een klein aantal parasieten is lastig maar kan door de gastheer overleefd worden. Is het echter een massale infectie met soms vele honderden exoparasieten per gastheer, dan gaat dit uiteindelijk ook ten kosten van de gezondheid van de gastheer en kan deze als gevolg van de infectie dood gaan.

Steeds vaker parasieten
Steeds vaker worden door sportduikers parasitaire Copepoda op vele soorten zeenaaktslakken aangetroffen. In de meeste gevallen zijn het enkele tot honderden Zeenijntjes: de exoparasieten. In veel mindere mate worden de endoparasitaire Copepoda aangetroffen. En meestal wordt slechts één soort parasiet op een geïnfecteerd dier aangetroffen.

De lichtroze eizakjes van twee Copepode endoparasieten die door de huid van een Kleine vlokslak steken en twee oranje Zeenijntjes (foto: Peter H van Bragt)

Zeldzame dubbelinfectie
Zeer recent is op een Kleine vlokslak in het Grevelingenmeer echter een zeer zelden waargenomen zogenaamde dubbelinfectie aangetroffen. Op deze zeenaaktslak werden tegelijktijdig de endoparasiet Splanchnotrophus angulatus en de exoparasiet, het Zeenijntje, aangetroffen. Van de endoparasiet zijn inwendig twee exemplaren aangetroffen. De vrouwelijke exemplaren van deze endoparasieten produceren eizakjes die, vastgehecht aan het achterlijf, als roze papilachtige uitgroeisels door de huid van de gastheer worden gestoken. Een endoparasiet produceert tegelijktijdig twee eizakjes waarin honderden embryo’s in eitjes tot ontwikkeling komen. Als de larfjes voldoende ontwikkeld zijn breken ze door de wand van het eitje en eizakje en komen ze als plankton in het zeewater terecht waarna ze mogelijk een nieuwe zeenaaktslak kunnen infecteren. De aanwezigheid van de eizakjes tussen de papillen van de zeenaaktslak is een voor sportduikers met het blote oog zichtbare aanwijzing dat de zeenaaktslak geïnfecteerd is.

Een sterk uitvergrote foto van een vrouwelijk exemplaar van een Zeenijntje op een Kleine vlokslak (foto: Peter H van Bragt)

Oranje
De exoparasitaire Zeenijntjes leven tussen de papillen, onder of op de mantel of kieuwkrans van zeenaaktslakken waar ze zich voeden met het slijm op de huid van de gastheer. Deze Kleine vlokslak was geïnfecteerd door tenminste een vijftal Zeenijntjes, waarvan twee vrouwelijke exemplaren. Deze zijn ook herkenbaar aan twee eizakjes die aan het achterlijf gehecht zijn. Zeenijntjes kunnen transparant, lichtbruin, lichtgeel tot fel oranje gekleurd zijn. Deze Zeenijntjes waren opvallend oranje gekleurd waardoor ze, hoewel ze slechts enkele millimeters groot waren, toch goed met het blote oog te zien waren. Dat deze parasieten juist nu zo fel oranje gekleurd waren heeft naar de mening van Stichting ANEMOON helemaal niets met de prestaties van het Nederlandse voetbalteam in Brazilië te maken.

Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON