Oedothorax retusus

Spinnen en kuisheidsgordels

25-JUL-2014 - Wie dacht dat de kuisheidsgordel een middeleeuwse uitvinding was, zit ernaast. In de dierenwereld bestaan ze al veel langer. Mannetjes van dwergspinnetjes brengen er na de paring één aan bij het vrouwtje. Hoe ze dat doen, werd onlangs onderzocht.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Educatie [land] op [publicatiedatum]

Wie dacht dat de kuisheidsgordel een middeleeuwse uitvinding was, zit ernaast. In de dierenwereld bestaan ze al veel langer. Mannetjes van dwergspinnetjes brengen er na de paring één aan bij het vrouwtje. Hoe ze dat doen, werd onlangs onderzocht.

De paring bij spinnen lijkt nodeloos complex. In tegenstelling tot bij de meeste dieren kunnen mannetjes niet eenvoudig een penis inbrengen bij het vrouwtje maar zijn ze eerst verplicht tot opmerkelijke manoeuvres.

Er zijn tientallen soorten moeilijk te herkennen dwergspinnen: hier de Bultvelddwergspin (Oedothorax gibbosus). (foto: Gilbert Loos, ARABEL Beeldbank)

Bij spinnenvrouwtjes bevinden de 2 genitaalopeningen zich langs de onderzijde van het achterlijf. Spinnenmannetjes produceren hun zaad ook in het achterlijf, maar aankoppelen bij het vrouwtje doen ze met hun pedipalpen. Die lijken op bokshandschoenen, maar zijn in feite gereduceerde voorpoten, waarin ze sperma kunnen opslaan in speciale reservoirs (bulbussen). Vooraleer de paring begint, moeten spinnenmannetjes hun sperma daarnaar transporteren. Dat gaat niet inwendig. Het mannetje maakt eerst een "spermawebje" waarop hij zijn sperma deponeert. Dan wrijft hij met zijn geslachtsspleet (op de onderzijde van het achterlijf) heen en weer op dit matje tot het sperma tevoorschijn komt. Vervolgens zuigt hij dit sperma op met zijn bulbussen, zoals met een pipetje.

Bij sommige spinnen brengen de mannetjes niet alleen hun sperma in bij de vrouwtjes, maar ook nog iets anders: een systeem dat verhindert dat mannetjes die na hen komen nog met het vrouwtje kunnen paren. Een kuisheidsgordel dus. Ze doen dat door een doorzichtige vloeistof te injecteren die stolt in de geslachtsopeningen van het vrouwtje. ‘Mating plugs’ worden ze door wetenschappers genoemd.

Een mannetje van de Bolkopvelddwergspin (Oedothorax retusus). (foto: Pierre Oger, ARABEL Beeldbank)

Uit een onderzoek van het Zoölogisch Instituut & Museum in het Duitse Greifswald naar de Bolkopvelddwergspin blijkt dat die pluggen wel groot genoeg moeten zijn om efficiënt te zijn. Ook het stolproces duurt even: pas na een dag werken de pluggen goed. Een mannetje dat in beide geslachtsopeningen van het vrouwtje voldoende grote pluggen kan inbrengen, mag er zeker van zijn dat het nageslacht het zijne zal zijn. Rare jongens, die spinnen!

Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Educatie
Foto's: Gilbert Loos & Pierre Oger

Referentie: Kunz K. et al. 2014. Does the size and age of mating plugs alter their efficacy in protecting paternity? Behavorial Ecology and Sociobiology. Lees hier meer.