Wasbeerhond

Is de wasbeerhond een risico voor de volksgezondheid?

Zoogdiervereniging
19-JUN-2014 - De wasbeerhond wordt sinds 2001 steeds vaker gezien in Nederland. Waarschijnlijk is het effect op de natuur klein, maar hij kan wel invloed hebben op de volksgezondheid, omdat hij onder andere rabiës en de vossenlintworm kan verspreiden. Help daarom mee en meld een dode wasbeerhond.

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

De wasbeerhond wordt sinds 2001 steeds vaker gezien in Nederland. Waarschijnlijk is het effect op de natuur klein, maar hij kan wel invloed hebben op de volksgezondheid, omdat hij onder andere rabiës en de vossenlintworm kan verspreiden. Help daarom mee en meld een dode wasbeerhond.

De wasbeerhond wordt sinds 2001 met regelmaat waargenomen in voornamelijk Noordoost-Nederland en inmiddels lijkt het erop dat kan worden gesproken van een wilde populatie. Nederland biedt voor wasbeerhonden een geschikte biotoop.

Wasbeerhond (foto: Richard Witte)

De huidige inschatting is dat de impact op de biodiversiteit klein zal zijn. De verspreiding van de wasbeerhond over Nederland is echter wel belangrijk voor de volksgezondheid, omdat hij drager kan zijn van klassieke rabiës (hondsdolheid), Trichinella spiralis en Echinococcus multilocularis (vossenlintworm). In 2014 wil het RIVM wasbeerhonden onderzoeken op mogelijke besmetting met Echinococcus multilocularis en Trichinella spiralis. Dit onderzoek wordt samen uitgevoerd met het DWHC, dat de ingeleverde dieren verder zal onderzoeken op het voorkomen van Zoogdier nummer 2-2014andere ziekten. Klassieke rabiës komt in West-Europa niet meer voor, dus het risico hierop voor Nederland is minimaal.

Mocht u een dode wasbeerhond vinden (bijvoorbeeld een verkeers- of maaislachtoffer), dan zou Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) graag dit dier onderzoeken. U kunt daarvoor contact opnemen met DWHC: 030-2537925. Zij zorgen dat een koerier het dier op komt halen. Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met het RIVM via miriam.maas@rivm.nl.

Meer over het onderzoek staat in de zojuist verschenen Zoogdier nummer 2-2014 of lees het volledige artikel (pdf; 0,3MB).

Tekst: Miriam Maas en Joke van der Giessen, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); Margriet Montizaan en Andrea Gröne, Dutch Wildlife Health Centre (DWHC)
Foto’s: Richard Witte; Zoogdiervereniging