Ringonderzoek legt kwetsbaarheid jonge zeearenden bloot

19-APR-2014 - Sinds 2006 broedt de zeearend weer in Nederland. Tot en met 2013 zijn er op vier broedlocaties 21 jongen uitgevlogen, waarvan er 14 zijn geringd. Tenminste drie van die 14 jonge vogels kwamen in de problemen, en twee vogels overleefden dat niet. Eind december nog werd een jonge zeearend, die in 2013 in het Lauwersmeer ter wereld kwam, dood teruggevonden bij Doesburg. Ringonderzoek leert ons veel over de verspreiding van vogels. Het maakt ook duidelijk dat net als andere vogels de eerste levensjaren van een zeearend moeilijk zijn.

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Sinds 2006 broedt de zeearend weer in Nederland. Tot en met 2013 zijn er op vier broedlocaties 21 jongen uitgevlogen, waarvan er 14 zijn geringd. Tenminste drie van die 14 jonge vogels kwamen in de problemen, en twee vogels overleefden dat niet. Eind december nog werd een jonge zeearend, die in 2013 in het Lauwersmeer ter wereld kwam, dood teruggevonden bij Doesburg. Ringonderzoek leert ons veel over de verspreiding van vogels. Het maakt ook duidelijk dat net als andere vogels de eerste levensjaren van een zeearend moeilijk zijn.

Sinds de vestiging in 2006 gaat het de zeearend in Nederland voor de wind. In 2013 werd op vier locaties in Nederland gebroed; in de Oostvaardersplassen, het Roggebotzand, het Lauwersmeer en de Biesbosch, allemaal terreinen van Staatsbosbeheer. De jonge vogels worden kort voor uitvliegen in het nest geringd door ervaren ringers die aangesloten zijn bij het Vogeltrekstation van het NIOO-KNAW. Door de vogels te ringen leren we meer over hun verspreiding en levensloop. Van de 21 tot nu toe in Nederland uitgevlogen jongen zijn er 14 van een metalen ring en een opvallende kleurring voorzien. Het aantal terugmeldingen is tot nu toe echter gering. In de winter zwerven de jonge vogels er lustig op los. Er kwamen waarnemingen binnen uit Nederland, Frankrijk en Duitsland. Het ringonderzoek wijst echter ook uit dat het niet voor alle jonge zeearenden goed afloopt.

Jonge zeearenden (foto: Cor Fikkert)

Tenminste twee doden
Eén van de twee vogels die in 2011 in de Oostvaardersplassen uitvlogen werd in augustus 2013 tijdens het oogsten op een tarweakker bij Niehove, Groningen teruggevonden. De resten van de dode vogel werden door een combine vermalen. Een roemloos einde voor de ‘vliegende deur’. De doodsoorzaak is onbekend. Opmerkelijk is ook de vondst van een ogenschijnlijk in goede conditie verkerende vogel in de IJsseluiterwaarden bij Doesburg in december 2013. Deze vogel was in de zomer van 2013 in het Lauwersmeer geringd. Vinder Gerrit Smeitink uit Doesburg: “De vogel was niet mager en had geen breuken. Ik vraag me af wat de doodsoorzaak is. Zonde van zo’n mooie vogel!” Omdat de melding pas later bekend werd was het helaas niet meer mogelijk het karkas te onderzoeken.

Een jonge vogel uit de Biesbosch raakte vorig jaar in de problemen en werd met vergiftigingsverschijnselen opgeraapt in een weiland om vervolgens weer opgelapt te worden in het vogelopvangcentrum in Zundert, Noord-Brabant. Door de goede zorgen kon de vogel al snel weer worden vrijgelaten. Zeer waarschijnlijk dezelfde vogel werd enkele maanden later gefotografeerd bij het Lauwersmeer.

Kwetsbaar
Het ringonderzoek aan de in Nederland broedende zeearenden wijst uit dat de uitgevlogen jonge vogels kwetsbaar zijn. De drie vogels die in 2013 werden gevonden vertellen een duidelijk verhaal. Overigens kunnen we niet uitsluiten dat er meer jonge zeearenden gesneuveld zijn. De helft van de 14 uitgevlogen geringde jongen is namelijk nog niet teruggezien. Het is opmerkelijk dat van zulke opvallende vogels toch weinig meldingen van afgelezen ringen binnen komen. Met andere technieken zoals het bevestigen van zenders zouden we meer informatie kunnen krijgen over het terreingebruik en de lotgevallen van de Nederlandse zeearenden. De recente vondsten bewijzen dat dergelijke informatie nodig is om deze majestueuze vogels goed te kunnen beschermen.

Bron: Staatsbosbeheer
Foto: Cor Fikkert