Rups op eikenblad

Stikstof verandert eetbaarheid eikenblad voor rupsen

Stichting Bargerveen
18-FEB-2014 - Een grote hoeveelheid neerslag van stikstof zorgt voor verandering in de chemische samenstelling van eikenbladeren. Maar, waar op rijkere zandbodems de voedselkwaliteit verbetert voor rupsen, neemt de voedingswaarde juist af op arme zandbodems. Dit is waarschijnlijk ook de verklaring voor het lokaal optreden van rupsenplagen, terwijl op andere plekken het aantal rupsen in bossen erg laag is.

Bericht uitgegeven door Stichting Bargerveen [land] op [publicatiedatum]

Een grote hoeveelheid neerslag van stikstof zorgt voor verandering in de chemische samenstelling van eikenbladeren. Maar, waar op rijkere zandbodems de voedselkwaliteit verbetert voor rupsen, neemt de voedingswaarde juist af op arme zandbodems. Dit is waarschijnlijk ook de verklaring voor het lokaal optreden van rupsenplagen, terwijl op andere plekken het aantal rupsen in bossen erg laag is.

Er komen steeds meer aanwijzingen dat stikstofdepositie niet alleen het uiterlijk, maar ook de chemische samenstelling van de vegetatie beïnvloedt. Op de Veluwe zijn daarom Zomereiken op verschillende bodemsoorten vergeleken die onder invloed van hoge stikstofdepositie groeien. Medewerkers van Stichting Biosfeer, Stichting Bargerveen, Vlinderstichting en Alterra onderzochten zowel de opbouw en kwaliteit van de bodem als de chemie van de eikenbladeren en telden de aantallen rupsen die van de bladeren eten.

Rupsenplaag in eikenbos op rijke bodem (foto: Arnold van den Burg)

Eiwitten
Uit de studie blijkt dat eikenbladeren op voedselrijkere, gebufferde bodemsoorten de extra stikstof omzetten in aminozuren en eiwitten, die door planteneters gebruikt worden als voedingsstoffen. Op mineraalarme, meer zure bodems wordt de extra stikstof in andere stikstofhoudende chemische verbindingen omgezet, samengevat onder de term Non Protein Nitrogen (NPN). Vermoedelijk zijn er op arme bodems te weinig minerale voedingstoffen, waardoor de bomen de stikstof niet voor hun groei kunnen aanwenden. De gevormde NPN kan niet worden afgebroken door herbivoren en kan zelfs giftig zijn, waardoor de voedselkwaliteit van de bladeren afneemt.

Rupsenvraat
Hoge NPN-waardes in bladeren werden dan ook aangetroffen op plekken waar weinig vraat was van rupsen. De NPN-waardes waren juist laag op plekken waar Zomereiken in sommige jaren volledig kaalgevreten werden.

Voor de relatie tussen NPN en negatieve effecten op herbivoren zijn al eerder aanwijzingen gevonden op stuifzanden en droge heideterreinen.  Aangezien rupsen een belangrijke voedselbron zijn voor bosvogels wordt verwacht dat stikstofdepositie op deze manier het hele voedselweb beïnvloedt. Vervolgonderzoek moet nu uitwijzen wat de gevolgen zijn van NPN voor de verschillende niveaus in de voedselketen van bossen en hoe schadelijke effecten door middel van beheermaatregelen kunnen worden tegengegaan.

Rups op eikenblad (foto: Arnold van den Burg)

Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het programma Ontwikkeling en Beheer van Natuurkwaliteit (O+BN) dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en uitgevoerd door de Vereniging van Bos en Natuureigenaren (VBNE) in Driebergen. 

Tekst: Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen en Arnold van den Burg, Stichting Biosfeer
Foto's: Arnold van den Burg, Stichting Biosfeer