Onderzoek Vlinderhotspot Hoge Veluwe

De Vlinderstichting
21-OKT-2013 - Het Nationale Park De Hoge Veluwe is in Nederland een hotspot voor de vlinders van heidegebieden. Nergens anders vind je nog zowel de soorten van de natte heide als van droge heischrale graslanden in één enkel gebied bij elkaar.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Het Nationale Park De Hoge Veluwe is in Nederland een hotspot voor de vlinders van heidegebieden. Nergens anders vind je nog zowel de soorten van de natte heide als van droge heischrale graslanden in één enkel gebied bij elkaar.

Wat is de invloed van rasterverlaging op de vlinderhotspot Hoge Veluwe (foto: Kars Veling)De komende jaren wordt onderzocht of de onlangs doorgevoerde rasterverlaging, voor een betere uitwisseling van het wild met omringende gebieden, ook gunstig uitpakt voor de bijzondere fauna en flora van het Park. Afgelopen week werden op twee plaatsen rond Het Nationale Park De Hoge Veluwe de rasters verlaagd om uitwisseling van het ‘grof wild’ mogelijk te maken met de aangrenzende gebieden van het Deelerwoud en Planken Wambuis. De verbinding van de hoefdierpopulaties past in het natuurbeleid om de versnippering van de natuur tegen te gaan. Maar of dit ook goed uitpakt voor andere bijzondere dieren en planten is nog niet bekend. Voorkomen moet worden dat de verbinding averechts uitpakt voor de overige biodiversiteit. Daarom wordt de komende jaren onderzocht hoe de populaties van diverse bedreigde en kenmerkende soorten zich ontwikkelen.

Grote parelmoervlinder is één van de specialiteiten van de Hoge Veluwe (foto: Chris van Swaay)Het onderzoek richt zich voor de fauna vooral op dagvlinders en sprinkhanen. Bijzondere dagvlinders zijn met name grote parelmoervlinder, bosparelmoervlinder, aardbeivlinder, kommavlinder, bruine vuurvlinder, gentiaanblauwtje, heideblauwtje en heivlinder. Kenmerkende sprinkhanen zijn onder meer blauwvleugelsprinkhaan, veldkrekel en zoemertje. Door Bokdam Advies wordt ook een aantal bijzondere plantensoorten nader gevolgd, waaronder klokjesgentiaan, gelobde maanvaren, kleine schorseneer en heidezegge. Ook wordt de wilddruk bepaald, om de rol van het wild bij eventuele toe- of afname in het voorkomen van de bedreigde soorten te kunnen vaststellen. Alterra en Wageningen Universiteit onderzoeken de veranderingen in de verspreiding van de hoefdieren en invloeden op de bosontwikkeling. Het onderzoeksprogramma loopt tot 2016 en staat onder leiding van Professor Klaus Hackländer van de universiteit van Wenen. Belangstellenden kunnen de resultaten van het onderzoek volgen op de website van het Park.  

Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling; Chris van Swaay