grijsbruine grasmycena

Paddenstoelen in je tuin: niet om in de soep te doen

10-OKT-2013 - Als het in de herfst begint te regenen en de nachttemperaturen nog boven het vriespunt blijven, schieten de paddenstoelen uit de grond. Niet alleen in bossen, maar ook in tuinen zie je de tijdelijke verschijningen massaal. Wie alleen over een gazon beschikt, treft maar een beperkt aantal, moeilijk van elkaar te onderscheiden, soorten in z’n tuin. Geniet ervan en laat ze staan, paddenstoelen leveren nuttig werk en de meeste soorten zijn toch niet geschikt voor de soep.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Als het in de herfst begint te regenen en de nachttemperaturen nog boven het vriespunt blijven, schieten de paddenstoelen uit de grond. Niet alleen in bossen, maar ook in tuinen zie je de tijdelijke verschijningen massaal. Wie alleen over een gazon beschikt, treft maar een beperkt aantal, moeilijk van elkaar te onderscheiden, soorten in z’n tuin. Geniet ervan en laat ze staan, paddenstoelen leveren nuttig werk en de meeste soorten zijn toch niet geschikt voor de soep.

Wie deze dagen nog eens door zijn tuin loopt of het gras afmaait heeft het vast en zeker al gemerkt: zelfs bij dit droge nazomerweer is het hoogseizoen van de paddenstoelen begonnen. Zwammen groeien meestal niet alleen, honderden steeltjes met hoeden duiken plots op in het gras. Maak je geen zorgen: deze paddenstoelen berokkenen geen schade aan je keurig gemaaide grasmat. Paddenstoelen die in gazons groeien zijn meestal opruimers van dode grasresten. Het aantal soorten dat in graslanden groeit is aanzienlijk kleiner dan het aantal dat je in bossen kan vinden. Toch is het op naam brengen van graslandpaddenstoelen daarom niet eenvoudiger, integendeel. De soorten die tussen het gras groeien zijn meestal kleine, grijze tot bruine paddenstoelen, waar microscopisch onderzoek voor nodig is om ze met zekerheid te determineren.

Grijsbruine grasmycena (foto: Roosmarijn Steeman)

De soorten herkennen tot op familieniveau is zelfs voor gevorderden geen koud kunstje. Een belangrijk kenmerk om te weten te komen tot welke familie een plaatjeszwam behoort is de kleur van het sporenpoeder, dat varieert van wit tot roze, bleekbruin, roestbruin tot zwart. Met enkel een blik op de bovenkant van de hoed kom je dus niet ver… draai er op zijn minst eentje om en bekijk de kleur van de plaatjes. Als je een foto wil maken om de naam van de paddenstoelfamilie op te zoeken, breng dan zeker de boven- en onderkant van de zwam in beeld.

Voorbeelden van vaak geziene gazonfamilies zijn: Franjehoeden (donkere sporen), Breeksteeltjes (kaneelbruine sporen) en Mycena’s (witte sporen). In bemeste gazons voelen Inktzwammen zich goed thuis. Inktzwammen hebben zwarte sporen die bij rijpheid uit de hoed druipen. Laat je het mos staan in je tuin dan kan je Mosklokjes (roestbruine sporen) en Trechtertjes verwachten. Soorten die opvallend zichtbare heksenkringen vormen zijn Weidekringzwam (witte sporen), Giftige weidetrechterzwam (witte sporen) en Weidechampignon (zwarte sporen). Die laatsten verkiezen minder bemeste tuinen. Opruimers komen elk jaar op dezelfde plek terug, zolang er genoeg voedsel is. De eigenlijke zwam, de zwamvlok, overleeft vaak jaren ondergronds. Pas in de herfst worden de vruchten, de paddenstoelen, gevormd. Een heksenkring zal jaarlijks groter worden, doordat de zwamvlok zicht uitbreidt.

Waar een heksenkring groeit, schiet het gras vaak hoger op, omdat de zwamvlok bij vertering van dood materiaal heel wat stikstof vrijgeeft. Het gras binnen de heksenkring kan soms iets minder goed groeien, doordat de zwamvlok in concurrentie gaat met het gras voor water en voedsel. Ben je geen liefhebber van de oneffenheden die de paddenstoelen in je gazon veroorzaken, dan brengt het weinig op om ze te plukken. Zo verwijder je enkel de vruchten. De zwamvlok blijft onder de grond.

Weidekringzwam (foto: Roosmarijn Steeman)

Heb je berk, eik, beuk, haagbeuk, hazelaar, wilg of els in de tuin? Dan kan het aantal soorten fors toenemen: bij die bomen groeien symbionten of boombegeleiders. Wie weet vind je één van de soorten terug in de folder die in 2010 voor de paddenstoeltuintelling werd verspreid.

Wil je soep maken van wilde paddenstoelen uit de tuin? Er bestaat helaas geen algemene regel om giftige paddenstoelen van eetbare te onderscheiden. Als je niks van paddenstoelen afweet is het risico om je te vergissen groot. Speel op veilig, laat ze staan en geniet ervan.

Staan er misschien giftige paddenstoelen in de tuin? Laat kinderen genieten van paddenstoelen zonder hen schrik aan te jagen. Een paddenstoel aanraken kan heus geen kwaad. Een hapje proeven daarentegen kan bij een beperkt aantal soorten erg gevaarlijk zijn. Wanneer je bengel toch een hap nam, neem dan contact op met het antigifcentrum (070 245 245, www.poisoncentre.be) die jou dan doorverwijzen naar een paddenstoelspecialist in jouw onmiddellijke buurt.

Tekst & foto's: Roosmarijn Steeman, Natuurpunt Studie