Otter close-up van kop VOOR EENMALIG GEBRUIK

Licht herstel biodiversiteit in Nederland

19-SEP-2013 - De biodiversiteit is sinds 2006 licht hersteld. Dat blijkt uit berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek aan gegevens over zoogdieren, broedvogels en dagvlinders. De verbetering komt vooral door zoogdieren; bij broedvogels en dagvlinders is er geen verandering sinds 2006. Tussen 1994 en 2006 nam de biodiversiteit nog af.

Bericht uitgegeven door Centraal Bureau voor de Statistiek [land] op [publicatiedatum]

De biodiversiteit is sinds 2006 licht hersteld. Dat blijkt uit berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek aan gegevens over zoogdieren, broedvogels en dagvlinders. De verbetering komt vooral door zoogdieren; bij broedvogels en dagvlinders is er geen verandering sinds 2006. Tussen 1994 en 2006 nam de biodiversiteit nog af.

Rode lijsten
Rode lijsten van bedreigde planten- en diersoorten zijn een belangrijke aanwijzing hoe goed of slecht het gaat met de biodiversiteit. Ze worden internationaal toegepast en vinden hun oorsprong in het Verdrag van Bern (1979), dat zich richt op het behoud van in het wild voorkomende dier- en plantensoorten. Hoe minder soorten op die lijst, des te minder is de soortgroep bedreigd en des te beter staat de biodiversiteit er voor. Het CBS heeft een indicator ontwikkeld die de lengte van de Rode lijsten volgt. Het ministerie van Economische Zaken heeft deze indicator opgenomen in de rijksbegroting als meetlat voor de stand van de biodiversiteit in ons land. Om een completer beeld te verkrijgen van de veranderingen in de biodiversiteit zal deze indicator in 2014 worden uitgebreid met reptielen, amfibieën, libellen en hogere planten.

De otter is sinds 2006 toegenomen als gevolg van een succesvol herintroductieprogramma (foto: Bart Beekers)

Het lichte herstel van de biodiversiteit komt overeen met bevindingen uit andere bronnen. Zo was al bekend dat ook het aantal bedreigde soorten libellen, sprinkhanen, mossen, korstmossen en hogere planten niet verder is toegenomen of zelfs is verminderd. Ook in België en Groot-Brittannië is de achteruitgang van een aantal planten- en diergroepen inmiddels afgeremd.

Nieuwe rekenmethode
Rode lijsten van bedreigde soorten worden in de praktijk slechts eens in de tien jaar vastgesteld door soortendeskundigen. Door die lange tussenpozen zijn ze niet erg geschikt om de stand van de biodiversiteit te volgen. Uitgaande van de standaardrekenwijze om de bedreiging per soort vast te stellen heeft het CBS een methode toegepast om jaarlijks het aantal bedreigde soorten te bepalen. De nieuwe rekenmethode is voor het eerst toegepast op de gegevens van zoogdieren, broedvogels en dagvlinders tot en met 2012. De resultaten zijn gecombineerd in een indicator. Daarbij telt een zwaardere bedreigingsstatus van een soort, bijvoorbeeld “ernstig bedreigd”, sterker mee dan een lichtere bedreiging, bijvoorbeeld “gevoelig”.

Mate van bedreiging biodiversiteit zoogdieren, broedvogels en dagvlinders en deze drie groepen samen in 1994, 2006 en 2012. Uitgangssituatie (of index) is 1994 is gesteld op 100 (foto: Lodewijk van Duuren)

Herkomst gegevens
De veranderingen in de bedreiging van soorten zijn afgeleid uit de populatietrends in de meetnetten van het Netwerk Ecologische Monitoring en uit veranderingen op basis van alle beschikbare verspreidingsgegevens. Beide bronnen leveren steeds meer gegevens op, zij het dat de verspreidingsgegevens minder goed van kwaliteit zijn. Om deze laatste te kunnen analyseren heeft het CBS nieuwe statistische methoden toegepast om betrouwbaarder trends te kunnen bepalen.

Tekst en figuur: Lodewijk van Duuren, Centraal Bureau voor de Statistiek
Foto: Bart Beekers, ARK