Vlinders niet alleen op bloemen

De Vlinderstichting
28-AUG-2013 - Het zal u niet ontgaan zijn: het is een erg vlinderrijke zomer. Ook nu zijn er nog steeds veel vlinders te zien als het een beetje warm en zonnig is. Vlinders zie je veel op bloemen, maar in de nazomer is ook fruit in trek.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Het zal u niet ontgaan zijn: het is een erg vlinderrijke zomer. Ook nu zijn er nog steeds veel vlinders te zien als het een beetje warm en zonnig is. Vlinders zie je veel op bloemen, maar in de nazomer is ook fruit in trek.

Twee soorten dagvlinders zie je heel regelmatig drinken van rottend fruit: atalanta en gehakkelde aurelia. Ze komen af op de geur en gaan met hun roltong door de openingen in de schil van bijvoorbeeld appel, peer of pruim zodat ze de vruchtensappen kunnen opzuigen. Met name als de vruchten al wat hebben liggen gisten, zijn de vlinders er gek op. Als u deze vlindersoorten naar uw tuin wilt lokken kunt u dus het gevallen fruit laten liggen of, als u geen fruitbomen hebt, wat rottend fruit op een schaal leggen. Ook van een aantal vlinders die niet of zelden in Nederland voorkomen is deze voorkeur bekend. Als je rondom de Middellandse Zee bivakkeert is het aan te bevelen om wat rotte perzik of meloen neer te leggen: als je geluk hebt komt daar de pasja op af. Dit is een van de grootste Europese vlinders en prachtig gekleurd. Ook rouwmantels hebben deze voedselvoorkeur.

Dagvlinders op fruit: v.l.n.r. atalanta, gehakkelde aurelia en pasja (foto’s: Kars Veling)
Niet alleen overdag lokt fruit vlinders, ook ’s avonds blijkt het fruit gebruikt te worden. Talloze nachtvlinders zijn erop te vinden, zoals huismoeder, volgeling, piramidevlinder en andere uilen. Later in het jaar zijn ook de herfstuilen er gek op. Ook op fruit dat nog aan de plant hangt kun je vlinders aantreffen. Druiven bijvoorbeeld kunnen nog tot ver in oktober vlinders aantrekken.

Nachtvlinders op fruit: v.l.n.r. roesje, zwartstipvlinder en iepengouduil (foto’s: Kars Veling)

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting