Daldinia

De houtwesp en de nieuwe houtskoolzwam

Nederlandse Mycologische Vereniging
30-JUL-2013 - Schimmels verspreiden zich door middel van sporen, maar soms ook door gebruik te maken van transport van stukjes mycelium door insecten. De relatie tussen schimmel en insect is soms heel specifiek. Recent is zelfs een nieuwe soort Houtskoolzwam beschreven die alleen bekend is van het mycelium dat houtwespen met zich meedragen.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Schimmels verspreiden zich door middel van sporen, maar soms ook door gebruik te maken van transport van stukjes mycelium door insecten. De relatie tussen schimmel en insect is soms heel specifiek. Recent is zelfs een nieuwe soort Houtskoolzwam beschreven die alleen bekend is van het mycelium dat houtwespen met zich meedragen.

Verspreiding van schimmels door insecten is op zich geen onbekend verschijnsel. De iepziekte is een tot de verbeelding sprekend voorbeeld: de ziekte wordt veroorzaakt door een zakjeszwam (Ophiostoma nova-ulmi), maar die zwam wordt verspreid door iepenspintkevers. De relatie tussen schimmel, insect en plant is lang niet altijd zo desastreus voor een van de betrokkenen als in het geval van de iepziekte, maar een vergelijkbare mate van specificiteit komt vaker voor.

Kogelhoutskoolzwam (foto: Nico Dam)

Recent onderzoek door Tsjechische biologen toont aan dat houtwespen uit het geslacht Xiphydria (loofhoutwespen of zwaardwespen.) in relatie met Houtskoolzwammen (Daldinia-soorten) leven. Vrouwtjes van de houtwesp dragen reincultures van een houtskoolzwam met zich mee in speciaal daarvoor toegeruste organen. Als ze eitjes leggen in het hout van de boom van hun voorkeur, dan infecteren ze daarmee het hout tegelijkertijd met de schimmel. Die schimmel leeft in het hout, overigens zonder de boom veel kwaad te doen. Als de wespeneitjes uitkomen, leven de larven van de schimmel en van het door de schimmel ‘voorverteerde’ hout.

In het geval van de Xiphydria houtwespen troffen de onderzoekers per insect telkens precies één soort schimmel aan, vrijwel zonder uitzondering een houtskoolzwam. Er bleek een sterke relatie te bestaan tussen de soort houtwesp en haar biotoop, en de soort houtskoolzwam die erbij werd aangetroffen. Vruchtlichamen van houtskoolzwammen worden altijd op hout gevonden, en van veel soorten is al wel bekend dat ze een sterke voorkeur voor bepaalde waardplanten hebben. De ook in ons land algemene Kogelhoutskoolzwam (D. concentrica) bijvoorbeeld, zit heel vaak op Es. Een deel van die specificiteit zou wel eens niet van de zwam kunnen komen, maar van de wesp die de schimmel verspreidt.

Knotwilg met Kogelhoutskoolzwam (foto: Nico Dam)In het specifieke geval van de ook in Nederland voorkomende houtwesp Xiphydria prolongata, troffen de onderzoekers een houtskoolzwam aan die ze, op basis van DNA, aan geen enkele tot dan toe bekende soort konden toeschrijven. Die soort is recent als nieuwe soort beschreven: Daldinia hawksworthii. Ze is tot nog toe uitsluitend bekend van schimmelcultures die vrouwelijke exemplaren van X. prolongata meedragen. Hoe de bijbehorende vruchtlichamen (paddenstoelen) er uit zien (als die al ooit gevormd worden) is niet bekend, en ook in monsters van de schors van de waardboom van de houtwesp is de schimmel nog nooit aangetroffen. De houtwesp komt ook in ons land voor, en legt eitjes op wilgen. En ook worden soms wel houtskoolzwammen op wilgen aangetroffen, maar die worden dan eigenlijk altijd Kogelhoutskoolzwam genoemd. Het zou daarbij echter ook om de nieuwe soort kunnen gaan! Alleen... hoe zou je dat weten?

Tekst en foto’s: Nico Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging
Bron: Wetenschappelijk artikel S. Pažoutová et al., in Fungal Biology 3 (2010): 392-401 en in Fungal Diversity, mei 2013, DOI 10.1007/s13225-013-0238-5