Met de hand kokkels uitgraven en tellen langs een traject van de zee naar de dijk.
Foto: Britas Klemens Eriksson, Rijksuniversiteit Groningen

Kieskeurige kokkels graag in de buurt van mossels

5-MEI-2013 - Nu Koning Winter definitief vertrokken lijkt, is het afwachten of de grote hoeveelheid kokkels die afgelopen jaar in de Waddenzee is gevallen, deze koude periode heeft overleefd. Met het warme weer in aantocht zullen de overgebleven kokkels zich nu gaan voortplanten en opnieuw gaan bevestigen op de wadbodems. Gezamenlijk onderzoek in het kader van het project “Wadden engine” van de Rijksuniversiteit Groningen en het Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek heeft aangetoond dat deze kokkeltjes de voorkeur hebben om zich in de buurt van mosselbedden te settelen.

Bericht uitgegeven door HAS Hogeschool en Rijksuniversiteit Groningen [land] op [publicatiedatum]

Nu Koning Winter definitief vertrokken lijkt, is het afwachten of de grote hoeveelheid kokkels die afgelopen jaar in de Waddenzee is gevallen, deze koude periode heeft overleefd. Met het warme weer in aantocht zullen de overgebleven kokkels zich nu gaan voortplanten en opnieuw gaan bevestigen op de wadbodems. Gezamenlijk onderzoek in het kader van het project “Wadden engine” van de Rijksuniversiteit Groningen en het Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek heeft aangetoond dat deze kokkeltjes de voorkeur hebben om zich in de buurt van mosselbedden te settelen.

Mosselen vormen op de droogvallende getijdeplaten in de Waddenzee mosselbedden, die uit duizenden mosselen kunnen bestaan. Deze samenklontering van mosselen heeft een sterke invloed op hun omgeving en daarom worden mosselbedden ook wel ‘biobouwers’ genoemd. Mosselen filteren het water en produceren ‘pseudofaeces’, een soort slibbige mosselpoep. Deze slibbige deeltjes worden in het water meegevoerd en slaan weer neer in de buurt van het mosselbed en zo ontstaat er rondom de mosselbank een omgeving met uitgesmeerde mosselpoep. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat in de buurt van mosselbedden veel meer vogels werden geobserveerd. Nu blijkt uit een studie die onlangs verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift “Ecology”, dat kokkels achter een mosselbed beter overleven dan op soortgelijke locaties zonder mosselbed.

Met de hand kokkels uitgraven en tellen (foto: Britas Klemens Eriksson)

Op verschillende plaatsen rondom de wadplaten van Schiermonnikoog hebben onderzoekers tijdens laag water dichtheden van kokkels gemeten. Deze metingen zijn langs een traject van de zee naar de dijk gedaan, waar de kokkels met de hand worden uitgegraven en geteld.

Achter ieder mosselbed werden meer kokkels waargenomen vergeleken met soortgelijke locaties zonder mosselbed (figuur: Serena Donadi)Kokkels zijn schelpdieren die zich in de wadbodem ingraven en hun grootste gevaar is predatie (door bijvoorbeeld vogels, krabben en garnalen) of het wegspoelen door golven. Uit de metingen op de transecten bleek dat er achter ieder mosselbed meer kokkels werden waargenomen vergeleken met soortelijke locaties zonder mosselbed. Op de droogvallende plaatsen werden op ongeveer 100 meter achter het mosselbed hoge dichtheden van kokkels waargenomen, tot 1400 kokkels per vierkante meter, terwijl bij locaties zonder mosselbed bijna geen kokkels werden gevonden.

Om te controleren of dit toeval was, is een groot aantal kokkels gemarkeerd met een nummertje en op verschillende plaatsen langs de transecten neergelegd. Na vier maanden bleek dat het grootste deel van de genummerde kokkels verdwenen was op de locaties ver weg van de mosselbedden, terwijl 100 meter achter het mosselbed de meeste kokkels terug gevonden konden worden. Hieruit concluderen de onderzoekers dat mosselbedden een gunstig effect hebben op de overleving van kokkels doordat ze de golfslag dempen. Kortom, mosselbedden zorgen niet alleen voor meer vogels in de directe omgeving, maar maken ook dat kokkelbedden beter kunnen overleven rondom een mosselbed. Dus als u de volgende keer aan het wadlopen bent weet u waarom u meer kokkels ziet achter mosselbedden.

Een groot aantal kokkels werd gemarkeerd met een nummertje (foto: Britas Klemens Eriksson)

Tekst: Ellen Weerman, HAS Hogeschool, ’s Hertogenbosch; Britas Klemens Eriksson, Rijksuniversiteit Groningen
Figuur: Serena Donadi
Foto’s: Britas Klemens Eriksson