Vijf exemplaren van de libellenbijtmug zittend op de vleugeladers van een vuurlibel.

De Libellenbijtmug: een nieuwe parasiet op libellen

EIS Kenniscentrum Insecten
6-MEI-2013 - Nederland is een nieuwe parasiet rijker. Tijdens veldwerk in De Weerribben is de libellenbijtmug in ons land aangetroffen. Deze soort behoort tot de familie van de knutjes en zuigt vocht uit de vleugels van volwassen libellen.

Bericht uitgegeven door MangerEco en EIS-Nederland op [publicatiedatum] 

Nederland is een nieuwe parasiet rijker. Tijdens veldwerk in De Weerribben is de libellenbijtmug in ons land aangetroffen. Deze soort behoort tot de familie van de knutjes en zuigt vocht uit de vleugels van volwassen libellen.

Vijf exemplaren van de libellenbijtmug zittend op de vleugeladers van een vuurlibel (foto: René Manger)Foto’s van de gevlekte witsnuitlibel en vuurlibel zijn het eerste bewijs van het voorkomen van de libellenbijtmug (Forcipomyia paludis) in Nederland. De foto’s zijn in 2008 gemaakt, maar pas onlangs viel op dat er exemplaren van de libellenbijtmug zichtbaar zijn. Deze bijtmuggen zijn slechts twee millimeter groot. Waarnemingen van deze soort zijn vaak gebaseerd op foto’s waarop ze toevallig zichtbaar zijn. De libellenbijtmug is nu van elf Europese landen bekend en is daar op in totaal 61 libellensoorten waargenomen. De soort is onder meer in aangrenzend Duitsland en Groot-Brittannië waargenomen en het voorkomen in Nederland is geen verrassing. Over de levenscyclus en habitat van de larven is weinig bekend. Het is in Europa de enige op libellen gespecialiseerde bijtmug. De volwassen vrouwtjes zuigen haemolymphe uit de aders aan de basis van libellenvleugels. De bijtmuggen zijn vanaf foto’s vrij gemakkelijk te herkennen als ovale donkere stippen op libellenvleugels. Het achterlijf is bruin en bedekt door de beide vleugels. Wanneer ze aan de onderkant van de vleugels zitten, is meestal een roodbruine kleur zichtbaar. Het is te verwachten dat het controleren van oude foto’s van libellen meer waarnemingen van deze soort zal opleveren.

Tekst: René Manger, Manger Eco & Vincent Kalkman, EIS Nederland
Foto: René Manger
Bron: Entomologische Berichten 73(5) (in voorbereiding)