Bruinrode heidelibellen

Een weipaal vol natuur

21-MRT-2013 - Oude weipalen vormen soms een verrassend rijk 'habitat'. Bij herstel van draadrasters worden ze vaak ondoordacht vervangen. Best jammer, want hiermee verdwijnt in een aantal gevallen een interessant stukje natuur.

Bericht uitgegeven door Ecologische werkgroep Meanderland [land] op [publicatiedatum]

Oude weipalen vormen soms een verrassend rijk 'habitat'. Bij herstel van draadrasters worden ze vaak ondoordacht verwijderd. Best jammer, want hiermee verdwijnt in een aantal gevallen een interessant stukje natuur.

Vrijwilligers en professionelen beheren tienduizenden hectaren natuur in Vlaanderen. Wanneer akkers en graslanden worden omgezet naar een meer gestructureerd landschap, verdwijnen met de prikkeldraad ook vaak de weipalen. Ook bij vervanging van rasters worden de oude palen meestal verwijderd. Best jammer want voor een aantal organismen vormen oude weipalen een niet onbelangrijke schakel in hun levenscyclus. Voor insecten, mossen, korstmossen en paddenstoelen vormen ze een microhabitat, een stukje natuur op zich. Doordat ze een constante zijn in het landschap, vormen weipalen een ideaal substraat voor veel organismen om er zich op te ontwikkelen.

 Onder de prikkeldraad op een oude weipaal geniet de Schorsmarpissa van een zelfgevangen vlieg (foto: Paul & Marianne)

Oude en verweerde palen zitten vaak vol scheuren, barsten en gaten die kunnen dienen als schuilplaats en huisvesting voor vele insecten. Bovendien vormen ze een uitgelezen 'opwarmplek' bv. voor libellen, lieveheersbeestjes en Levendbarende hagedissen.  

Broedcellen van de Kleine harsbij (foto: Paul & Marianne)

Buizerd, Torenvalk, Grauwe klauwier en Klapekster gebruiken weipalen als uitkijkpost. Geelgors, Gekraagde roodstaart, Zwarte roodstaart en Roodborsttapuit vinden er een ideale zangpost. Voor Steenuil vormen weipalen dan weer een ideale uitvalbasis naar muizen en regenwormen in het aangrenzende weiland.

Onder de prikkeldraad, tussen de weipalen, vind je vaak een 'prikkeldraadvegetatie' met soorten die niet onder invloed staan van de grondbewerking, begrazing of pesticidengebruik van het aangrenzende weiland of de belendende akker. De soorten die vroeger in het ganse weiland voorkwamen, zijn in het agrarisch landschap meestal verdrongen naar die restzones, onder de prikkeldraad, en vormen er de stille getuigen van hoe het ganse weiland er vroeger uitzag. Voor natuurbeheerders geeft deze prikkeldraadvegetatie vaak een interessant idee over wat er kan worden bereikt indien het ganse weiland opnieuw op een meer ecologische manier zou worden beheerd.
 

Bruinrode heidelibellen warmen zich op tegen een weipaal (foto: Paul & Marianne)

Kijk bij een volgende wandeling in een natuurgebied eens van dichtbij naar een oude weipaal. Wedden dat je aangenaam verrast zal zijn over het aantal soorten dat je er kan vinden?

Tekst en foto's: Paul Wouters & Marianne Horemans, Ecologische werkgroep Meanderland