De sneeuwmug Chionea belgica.

De sneeuwmug: een bijzonder winterinsect

EIS Kenniscentrum Insecten
10-FEB-2013 - In tegenstelling tot wat vaak verondersteld wordt, moeten entomologen ook in de winter het veld in. Er zijn dan minder insecten te vinden, maar wel enkele specialiteiten. Zo is in de Eyserbossen in Zuid-Limburg deze maand de sneeuwmug gevangen. Dit dier is in alle opzichten bijzonder: hij is ongevleugeld, zeldzaam, plant zich uitsluitend in de winter voor en mogelijk heeft niemand in Nederland hem ooit levend gezien.

Bericht uitgegeven door EIS-Nederland [land] op [publicatiedatum]

In tegenstelling tot wat vaak verondersteld wordt, moeten entomologen ook in de winter het veld in. Er zijn dan minder insecten te vinden, maar wel enkele specialiteiten. Zo is in de Eyserbossen in Zuid-Limburg deze maand de sneeuwmug gevangen. Dit dier is in alle opzichten bijzonder: hij is ongevleugeld, zeldzaam, plant zich uitsluitend in de winter voort en mogelijk heeft niemand in Nederland hem ooit levend gezien.

Er zijn in Nederland relatief weinig insectensoorten die men in het winterseizoen actief kan aantreffen. Vaak gaat het dan om zéér vroege voorjaarssoorten of zéér late najaarssoorten. Er zijn echter ook enkele soorten die zich uitsluitend in de winter voortplanten: de sneeuwspringer (Boreus hiemalis, een schorpioenvlieg) en de sneeuwmuggen Chionea lutescens en de hier besproken Chionea belgica. Sneeuwmuggen verpoppen vanaf eind november. Er zijn dan adulten (volwassen muggen) aanwezig tot begin februari. Vooral in december zijn de dieren actief en kunnen ze lopend op sneeuw gezien worden; ze paren dan ook en de eieren worden waarschijnlijk in de grond afgezet.

De sneeuwmug Chionea belgica (foto: Ruth Ahlburg)

Wie het diertje ziet, denkt niet gelijk aan een mug. De sneeuwmug heeft namelijk geen vleugels. Verder zijn de poten erg lang en fors.

Lang was Chionea belgica alleen uit België bekend, en vandaar de soortsnaam. Pas in 1983 is de soort in Nederland aangetroffen en waren onze zuiderburen dus een ‘endeem’ armer. De sneeuwmug is in ons land alleen gevonden in Zuid-Limburg. Later zijn ook vondsten gedaan in Duitsland, Denemarken, Zwitserland en Hongarije. De soort lijkt vrij zeldzaam te zijn. Opvallend is dat zijn habitatvoorkeur juist helemaal niet zo strikt is: er zijn in Zuid-Limburg waarnemingen gedaan in loofbos, naaldbos, graslanden en zelfs in een akker en een mesthoop. Waarom de soort niet wijder verspreid voorkomt is een raadsel. Of zou hij wel algemeen zijn, maar gewoon vrijwel niet gevonden worden omdat er in de winter nu eenmaal weinig naar insecten wordt gezocht?

Alle Nederlandse waarnemingen van de mug zijn afkomstig van dode exemplaren uit bodemvallen. Dat zijn potten die in de grond worden geplaatst en zo over een lange periode bodemactieve insecten en andere ongewervelden vangen. De sneeuwmug is deze winter weer in bodemvallen 'gekukeld', ditmaal in de Eyserbossen. Er is in Nederland misschien wel niemand die het prachtige diertje eens levend heeft gezien!

Tekst: Theodoor Heijerman & Jinze Noordijk, EIS-Nederland
Foto: Ruth Ahlburg