Ingekorven Vleermuizen jagend in koeienstallen

Wat eet de Ingekorven vleermuis?

31-JAN-2013 - Natuurpunt Studie voerde recent een onderzoek uit naar de voedselkeuze van de Ingekorven vleermuis. In drie van de slechts vier in Vlaanderen gekende zomerkolonies zijn uitwerpselen van deze zeldzame vleermuis verzameld en onderzocht op prooiresten. Daaruit bleek dat twee van de drie kolonies in sterke mate foerageren op stalvlieg. De Ingekorven vleermuis vangt deze voor de landbouw schadelijke vliegen vooral in open veestallen, zo blijkt uit ander onderzoek. De derde populatie jaagt vooral op webbouwende spinnen.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie en Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]

Natuurpunt Studie voerde recent een onderzoek uit naar de voedselkeuze van de Ingekorven vleermuis. In drie van de slechts vier in Vlaanderen gekende zomerkolonies zijn uitwerpselen van deze zeldzame vleermuis verzameld en onderzocht op prooiresten. Daaruit bleek dat twee van de drie kolonies in sterke mate foerageren op stalvlieg. De Ingekorven vleermuis vangt deze voor de landbouw schadelijke vliegen vooral in open veestallen, zo blijkt uit ander onderzoek. De derde populatie jaagt vooral op webbouwende spinnen.

De Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) is een vleermuissoort die door tal van internationale overeenkomsten en Europese richtlijnen beschermd is. Zo is de soort opgenomen in de Habitatrichtlijn in bijlage II en IV. Dat betekent enerzijds dat Vlaanderen speciale beschermingszones heeft moeten afbakenen voor de soort, en anderzijds dat de Ingekorven vleermuis strikt beschermd is in heel Vlaanderen. De soort is op Vlaams niveau overigens erg zeldzaam en als ‘ernstig bedreigd’ opgenomen in de Rode lijst.

 Ingekorven vleermuis jagend in een veestal (Foto René Janssen)

Recent verscheen een natuurbericht waarin de discrepantie besproken werd tussen de toegenomen aantallen overwinterende Ingekorven vleermuizen en de afname van zomerverblijfplaatsen. 

Literatuurbronnen stellen dat de Ingekorven vleermuis een vrij gespecialiseerde soort is qua dieet. De dieren zouden vooral spinnen, vliegen (waaronder de voor de landbouw schadelijke Stalvlieg) en in mindere mate (nacht)vlinders eten. De aanwezigheid van dagactieve insecten en niet-vliegende ongewervelden wijst erop dat de prooien vooral van een oppervlakte geplukt worden, het zogenaamde ‘gleanen’.

Om de voedselkeuze van de Ingekorven vleermuis in Vlaanderen beter te kennen, voerde Natuurpunt Studie in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een uitgebreide studie uit. Hierbij zijn tijdens de zomer van 2010 om de 2 weken uitwerpselen ingezameld van 3 (van de slechts 4 gekende) zomerkolonies, met name in de provincies Antwerpen (Postel), Vlaams-Brabant (Lovenjoel) en Limburg (Sint-Pieters-Voeren).

De keutels zijn ingezameld door een groot zeil te leggen onder de locatie waar de kolonie hangt. Vervolgens werden de ingezamelde keutels gedissecteerd in vloeistof (glycerine) om verdere beschadigingen van de fragmenten te vermijden. De droge chitineresten zijn immers zeer fragiel en het is voor determinatie belangrijk dat ze zo intact mogelijk blijven. Nadien werden de fragmenten gesorteerd per type: pootfragmenten samen, vleugelfragmenten bij elkaar, enz… Een volgende stap was de determinatie. Geen eenvoudige materie! De fragmenten zijn tot op verschillende detailniveaus gedetermineerd: slechts sommige kunnen tot op soortniveau bepaald worden, andere tot op familie en de meeste tot op niveau van de orde.

In totaal zijn 10.478 prooifragmenten uit 630 uitwerpselen van de Ingekorven vleermuis op naam gebracht. Dit betekent gemiddeld een 16 tot 17 tal prooifragmenten per vleermuiskeutel.

Foto: Maarten JacobsDe fragmenten aangetroffen in de uitwerpselen zijn ingedeeld in 16 taxa van ongewervelden. De 4 belangrijkste groepen in termen van totaal aantal fragmenten zijn (1) de stalvlieg (Stomoxys calcitrans), (2) spinnen, (3) vertegenwoordigers van de familie echte vliegen (Muscidae), waartoe ook de stalvlieg behoort, en (4) vertegenwoordigers van de Cyclorrhapha, een suborde van de Diptera (orde van vliegen en muggen) waartoe de familie Muscidae behoort. Met andere woorden, vooral vliegen en spinnen.

De voedselkeuze van Ingekorven vleermuis in Lovenjoel en Sint-Pieters-Voeren bleek zeer gelijkaardig te zijn. Op beide plaatsen worden gemiddeld over het jaar genomen ruim 70% vliegen van de familie Muscidae (Echte vliegen) gegeten, vooral stalvliegen.

Het menu in Postel bleek erg verschillend. Vliegen van de familie Muscidae maken daar gemiddeld slechts een goede 4% uit van het voedsel en de voornaamste voedselbron zijn spinnen (66%). Bruine gaasvliegen (Hemerobiidae) worden er ook volop gegeten (ca. 13 %), terwijl deze groep volledig ontbrak in Voeren en minder dan 1% van het voedsel uitmaakt in Lovenjoel.
Er is dus een opmerkelijke regionale variatie in voedselkeuze. De seizoenale variatie in voedselkeuze bleek daarentegen gering. In juli nemen vliegen een iets groter aandeel in van de prooien, vooral in Postel.

Naar het beleid toe, zijn een aantal vaststellingen erg belangrijk. In eerste instantie is er een belangrijke link met de landbouw. Gezien de hoge proporties stalvliegen (en andere Muscidae) die gegeten worden, is het belangrijk om te beseffen dat Ingekorven vleermuizen sterk gebaat zijn bij landbouwbedrijven waar veestallen aanwezig zijn die toegankelijk zijn voor vleermuizen en waar vliegen aanwezig zijn. Het is duidelijk dat doorgedreven hygiënische omstandigheden in de stallen, waarbij dieren op roosters staan en niet op stro, en waar mesthopen geweerd worden, een boerderij ongeschikt kunnen maken als jachtgebied voor de Ingekorven vleermuis. Een potentiële bedreiging die in dit kader niet onvermeld mag blijven, is het gebruik van farmacologische producten tegen stalvliegen en andere vliegen. Deze producten zijn schadelijk voor de vleermuizen.

Daarnaast is er de link met natuurbeheer. Immers, de Ingekorven vleermuizen van Postel eten veel webbouwende spinnen. Het is algemeen bekend dat aan zonbeschenen bosranden die beschut gelegen zijn (weinig invloed van wind), hoge densiteiten aan insecten (en hun predatoren, zoals spinnen) aangetroffen worden.

Vooral de geleidelijke overgangen tussen bos enerzijds en bepaalde open ecotopen zoals heide, bloemrijke graslanden of waterpartijen, zullen waardevol zijn als jachtgebied voor Ingekorven vleermuis. De momenteel gangbare doelstellingen in het ecologische bosbeheer, zoals het creëren van geleidelijke en golvende bosranden, het streven naar meer lichtrijke, ijle bosbestanden en aandacht voor open plekken in het bos, zullen de Ingekorven vleermuis ten goede komen.

Meer weten?
Het volledig verslag van de recent verschenen studie kan U hier downloaden.

Overmorgen 2 februari gaat de BRAKONA contactdag door in het Provinciehuis in Leuven en daar zal een presentatie gegeven worden over de Ingekorven vleermuis.

Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie
Foto's: René Janssen, Maarten Jacobs